
27 september 2015
Liturgie 26-ste zondag door het jaar 27 september 2015
Overweging
Lezingen: Numeri 11,25-29; Jacobus 5,1-6; Marcus 9, 38-43.45.47-48
Tussen die evangelielezing en de eerste lezing van dit weekend liggen vele eeuwen. In beide verhalen gebeurt hetzelfde (en wehebben sindsdien nog weinig of niks bijgeleerd).
Mozes heeft zijn leiderschap gedeeld met zeventig anderen, en geholpen door Gods Geest wijzen zij het volk de weg.
Wanneer er dan nog twee anderen als profeet optreden, komen de mensen zeggen: ‘Dat moet u hun verbieden. Die horen niet bij de zeventig. Dat mogen ze niet’.
Maar Mozes zegt dat het wel degelijk mag. Nog sterker: ‘Ik zou willen dat het hele volk, iedereen, in Gods Geest zou werken en leven’.
En eeuwen later speelt dus hetzelfde: ‘Rabbi, we hebben iemand duivels zien uitdrijven. Dat mag toch niet? Hij hoort immers niet bij ons’.
Maar Jezus, de nieuwe Mozes, reageert aldus: ‘Laat maar doen’, zegt Hij tegen die jaloerse apostelen die denken het alleenvertoningsrecht te hebben. ‘Laat maar doen. Wie niet tegen ons is, is vóór ons’.
Ruimer denken kan bijna niet. We zijn intussen twintig eeuwen verder, en weer blijken we niet veel bijgeleerd te hebben.
Kinderen worden gedoopt, en groter geworden worden ze gevormd. Beide keren ontvangen ze de heilige Geest.
Maar als die begeesterde christenen in alle openhartigheid gaan spreken, wordt hun al gauw gevraagd te zwijgen; dan hebben ze geen recht van spreken. Ze horen niet bij die zeventig of bij die twaalf. Ze zljn niet gewijd, niet officieel aangesteld. Ze hebben niet de goede opleiding.
Eén van de belangrijkste uitspraken van het tweede Vaticaans Concilie dat in de zestiger jaren van de vorige eeuw gehouden werd is wel dat er ook ‘heil gevonden wordt buiten de kerk’.
Vóór die tijd was het een rotsvaste overtuiging dat de waarheid alleen gevonden werd binnen de kerk en was deze uitspraak dus zeker revolutionair te noemen!
De werkzaamheid van Gods Geest is niet gebonden aan een instituut als de kerk maar geheel en al het vrije initiatief van de schepper en oorsprong van het leven!
Als wij de lezingen van deze zondag tot ons laten doordringen, dan is Mozes de man die daar diep van doordrongen is als hij de wens uitspreekt dat heel het volk zou profeteren! Met dat woord is niet zoiets bedoeld als het voorspellen van wat er te gebeuren staat, maar eerder een manier van spreken waarin mensen geheel en al van God vervuld zijn.
Wat moeten wij ons daarbij voorstellen?
In het verhaal wordt niet verteld wat zij zeiden maar alleen dat zij ‘geïnspireerd’ spraken, aangeblazen werden door de geest van de Levende.
Als wij de namen horen van die twee mannen, uit het volk, Eldad en Medad, kan het ons wat duidelijker worden wat voor mensen het waren en wat zij zeiden.
Eldad betekende ‘door God beminde’ en Medad luidt vertaald ‘liefde’.
Mensen die van God bezield zijn, zijn dus mensen die leven in het vertrouwen dat er van hen gehouden wordt, mensen wier doen en laten door liefde getekend wordt.
Als God de liefde zelf is, dan zijn het dus mensen die anderen iets van dat allerdiepste geheim van leven laten ervaren.
Dat is bevrijdend nieuws en het zal geen verwondering wekken dat ook Jezus zich, evenals Mozes, verheugt over de aanwezigheid van die mensen.
Het brengt hem tot de verrassende uitspraak dat ‘wie niet tegen hem is, vóór hem is’. Want van mensen met een dergelijke kwaliteit mag je alleen maar iets goeds verwachten.
Je moet wel zorgvuldig omgaan met hen die door Jezus ‘de kleinen’ worden genoemd. Ze zijn wel kwetsbaar, mensen die vanuit oprechte liefde spreken en handelen en als je over hen heen walst, ben je het koninkrijk van God niet waardig.
Deze teksten vormen een gevoelige les voor allen binnen onze kerken, in de geloofsgemeenschappen, die denken het voor het zeggen te hebben!
Als een kerkgemeenschap alleen nog maar oog heeft voor wetten en regels en geen oog heeft voor het werken van Gods Geest in mensen, verzaakt zij haar roeping en zou het verwijt van Jezus op haar van toepassing kunnen zijn dat zij beter met een molensteen om de hals in zee geworpen zou moeten worden!
Als het hart van alle leven liefde is, wordt er een nieuwe wereld geboren in mensen, zoals Augustinus het ooit zei: ‘heb lief en doe dan maar wat je wilt’.
Die wereld zal er een zijn waar wij delen met elkaar, elkander lasten dragen, betrouwbaar zijn en van vergeving en verzoening weten. Zo dragen wij het licht en het zout van de liefde in ons.
Waar dat gebeurt, is God in ons midden en wordt het leven ‘goed’, van God, zoals het van meet af aan bedoeld is. Daar zijn de mensen als bomen die uitlopen en bloeien, mensen die in vrijheid ademen en spreken en diep in hun hart de naam kennen van de Ene die gezegd heeft ‘Ik zal er zijn voor jou’.
Maar Mozes noch Jezus beperkt de Geest tot een kleine exclusieve club. Dat zouden wij als kerk – juist in onze dagen – heel goed in onze oren moeten knopen. Want in alle kerken zijn er mensen, leiders dikwijls, die onnodige grenzen trekken, muurtjes bouwen, en mensen willen buitensluiten.
Terwijl de Bijbel vraagt dat wij zeggen: Ik waardeer jou, en hoop dat je mij ook
respecteert. Daarmee bedoelen we niet alle verschillen glad te strijken, maar ze juist op hun waarde te schatten.
Met name in onze dagen nu er vele honderden asielzoekers in ons land gehuisvest worden, is het van belang dat we op een goede manier met hen omgaan, hen met respect en hartelijkheid ontvangen.
Een bloementuin is pas mooi als er verschillende bloemen en kleuren in staan. Land alleen is woestijn; land en water worden akker. De zon alleen verschroeit; zon en regen brengen groei en vruchtbaarheid.
We hebben elkaar nodig, en juist doordat we zo verschillend zijn, kunnen we er samen iets moois van maken; en dus niemand buitensluiten!
In onze samenleving niet, en zeker niet in onze kerk, die een voorbeeld dient te zijn van openheid en ruimhartigheid.
Stelt Jezus dan geen eisen? Jawel (lees maar verder): Wie kleine mensen verdrukt, armen uitbuit, de werker zijn loon onthoudt, die is te licht voor het rijk van God.
Maar wie naar eer en geweten aandacht besteedt aan gewone en kleine mensen, die hoort eigenlijk bij ons thuis – zegt Jezus. Die heeft de kern waar alles om draait, begrepen, en mag zijn zegje doen!
Moge de adem van de Levende ons zulke mensen maken, de hemel op aarde!
Jan Onland