
21 juni 2015
Overweging 21 juni 2015 De Essenburgh
Lezingen Job 8,1.8-11
2 Kor. 5,14-17
Marcus 4,35-41
Laat niet de angst regeren.
De leerlingen in de boot zijn bang. De storm is te machtig. De boot is onbestuurbaar geworden. Golven slaan over de boot heen. De boot loop vol en dreigt te zinken. De leerlingen zijn bang. Natuurlijk zijn ze bang. Het zijn gewone mensen.
We kennen vele voorbeelden van mensen in een gelijke situatie. Vluchtelingen in gammele bootjes, die niet zeewaardig zijn en in noodweer terecht komen. Die mensen zijn bang; ze vrezen dat ze dit niet overleven. De leerlingen van Jezus zijn vissers; kenners dus van het weer. Daarom zijn zij doods-bang. “Wij vergaan. Dit is het einde.”
Intussen slaapt hun leider Jezus Christus. Het is net alsof Hij er niet bij is. Alsof Hem de nood van de leerlingen niet aangaat. Een beetje gepikeerd maken ze Hem wakker. “Heer, raakt het U niet dat wij vergaan!. Hoe kun je nu rustig slapen..!”
Job [uit de eerste lezing] zit ook in de problemen. Ook hij is In doodsangst. Hij verwijt dat God een totaal verkeerd beleid hanteert: “De goeden gaat het slecht en de slechten gaat het goed. Dat kan toch niet. Zo wek je geen vertrouwen. Zo bouw je geen nieuwe wereld op.”
In beide gevallen reageert God. De kritiek van Job weerlegt Hij met wedervragen: “ Waar was je toen ik paal en perk stelde aan de storm en het water?” De kritiek van zijn leerlingen weerlegt Jezus met daden. Hij beveelt de storm: “Zwijg stil”. Een machtig, scheppende woord. Hij spreekt en het is.
Dan verwijt Jezus zijn leerlingen: “Waarom zijn jullie zo bang. Hoe is het mogelijk dat jullie nog geen geloof hebben.” Zijn gelovigen dan niet bang? Mogen gelovigen niet angstig zijn? Moet het geloof in Jezus Christus de angst verdrijven?
De leerlingen hebben toch een zeker geloof in Jezus Christus. Daarom zijn ze met Hem meegegaan.
Daarom maken ze Hem wakker. is dat dan geen geloof? Klaarblijkelijk is dat niet het geloof dat Jezus bedoelt. Daarom zijn ergernis: “Hoe is het mogelijk dat jullie nog geen geloof hebben..”
Wat bedoelt Jezus hier met geloven? Welk geloof hebben de leerlingen nog niet?
Ik denk dat het dit evangelieverhaal een symbolisch verhaal is. Het lijkt mij namelijk onmogelijk dat Jezus in deze situatie ligt te slapen. De boot schudt heen en weer, De wind giert. Alles schudt en schokt en raakt van zijn plaats. De boot dreigt vol water te lopen. De leerlingen schreeuwen het uit van angst. Hoe kun je in dit lawaai en in die nattigheid slapen..?
Ik denk dat het hier over dood en leven gaat. Over de storm die in je leven kan woeden. Over de angst om het leven te verliezen bij de dood. Over levensangsten dus.
In de filosofie wordt wel eens een onderscheid gemaakt tussen vrees en angst. Vrees wordt opgewekt door iets, dat je kent: een bepaald en omschreven object. Een examen, dat voor de deur staat. En ontslaggolf en je weet niet of je er bij zult zijn. Vrees is daarom te lokaliseren: daar en daar ben ik bang voor. Als dat gevreesde object voorbij is, is ook de vrees verdwenen.
Maar angst is onbestemd. Het gaat hier niet om iets in het leven, maar om het leven zelf. Heeft dit leven zin; heeft het een doel?. Is dit leven ergens goed voor? Of leef je voor niets? Is het met de dood afgelopen? Of is er leven over de dood heen? Angst is hier levensangst. Ik denk dat het Jezus over dit geloof gaat: Geloven in het leven.. over de dood heen.
Dit geloven is gebaseerd op geloven in God. Geloven zegt, dat je in goede handen bent. Dat je God als Vader hebt. Dat je door je geloof vaste grond onder je voeten hebt. God is als een burgt voor je, als een rots. Hij is onwankelbaar in storm, weer en wind. Wie zijn huis op Hem bouwt, hoeft niets te vrezen. God is een God van levenden en niet van doden.
Dit geloven is gebaseerd op Jezus Christus als verlosser. Hij is iemand die je los maakt van een verleden waar je van af wilt. Hij verlost het leven van schuld en zinloosheid. Van storm en wind en andere geweld. zodat je altijd veilig in het leven staat. Hij verlost van de dood. Hij is bron van leven.
Geloven is gebaseerd op de Heilige Geest, de nieuwe Helper, de nieuwe bijstand. Het is de Geest die levend maakt.
Ik denk dat Jezus deze levenshouding bedoelt. Geloven is: in Jezus is geloven, in verrijzenis en eeuwig leven. Daarom zegt Hij tot zijn leerlingen: “Jullie zijn al zo lang bij me, hoe is het mogelijk, dat je dit geloof nog niet hebt?” Geloven is geloven in het leven dank zij Jezus Christus..
De geloof heeft ook invloed op elke vrees die je kan overvallen. Geloof neemt de vrees niet weg:
de emotie, het bange gevoel, de verwarring die je wakker houdt en zenuwachtig maakt. Geloofd kan die vrees wel verminderen. Het leven van een gelovige komt in een groter, ruimer kader te staan.
Alles wordt relatiever. De gelovige heeft een ruimer zicht, dat alles in een ander licht plaatst.
Ik vond dit prachtig verwoord door Oosterhuis in een gezang ‘Gehoord van mensen’ (GvL 573):
“Hoe in duisternis dit bestaan ook is,
hoe zwart mijn verdriet, wanhoop wordt het niet,
omdat Gij God zijt die mijn leven leidt.
Gij volstaat voor mij, zijt mijn zekerheid.”
Theo van de Vossenberg