17 juli 2016
Overweging 16e zondag door het jaar, 17 juli 2016
Bij het Evangelie van Martha en Maria.
Ik weet niet of u enig idee heeft over wat “heilige huisjes” zijn. Als u op de website kijkt dan komt u kerken, moskeeën en synagogen tegen, maar ook cafés, plaatsen dus waar mensen samen komen om te vieren, om te feesten of om gewoon samen van een borrel of een biertje te genieten.
Bij ons, in onze kloosters, had “heilige huisjes” wat anders te betekenen. Sommigen van ons werden bij mensen thuis uitgenodigd en het gebeurde dat medebroeders daar dan vaak over de vloer kwamen. Begrijpelijk dat ze daar vonden wat ze in een grote gemeenschap soms misten aan aandacht, gezelligheid, zinvolle gesprekken en vooral mensen die naar hen luisterden.
Toen ik het Evangelie van vandaag onder ogen kreeg, kreeg ik de gedachte, dat Jezus eigenlijk daar in Bethanië bij zijn vriend Lazarus en diens beide zussen, in dat gezinnetje, ook zo’n “heilig huisje” gevonden had. In het Evangelie wordt Lazarus heel nadrukkelijk vriend van Jezus genoemd
Dan moet Hij daar bij hem en zijn zussen ook vaak over de vloer zijn geweest. En misschien heeft Hij zo’n veilige, vriendelijke, gezellige plek ook nodig gehad bij zijn rondtrekken en gesjouw langs de dorpen en de steden.
Jezus werd ongetwijfeld bij zijn vriend en vriendinnen hartelijk en gastvrij ontvangen. En dit betekent dat alles uit de kast wordt gehaald om het de gast naar de zin te maken. Oosterse gastvrijheid hebt u gehoord in de eerste lezing vandaag. Abraham stond, ondanks de hitte van de middag, direct op om het zijn gasten aan niets te laten ontbreken.
Dat doet Marta ook en ik moet zeggen dat ik bij het overdenken van dit verhaal steeds meer sympathie kreeg voor Marta. Misschien was Jezus niet de enige gast. Hij had gewoonlijk mensen om zich heen, leerlingen die met Hem meetrokken. Misschien maakte Marta zich daarover zo druk, te druk, volgens Jezus. Daarom kan Marta ook aan Jezus vragen, dat haar zus haar zou helpen. Die deed niks, zat bij Jezus om naar Hem te luisteren. Misschien had Marta dat ook wel gewild.
Dat Jezus een vertrouwde gast was, blijkt ook uit Marta’s vraag aan Jezus om Maria te laten helpen
Zulke vragen, waaruit de frictie blijkt tussen de twee zussen, stel je niet aan iemand die je niet vertrouwt of goed kent.
Als Jezus tegen Marta zegt dat ze zich te druk maakt dan is dat geen afkeuring of verwijt. We weten dat Jezus graag uitnodigingen aannam en goed mee kon feesten. Maar als je echt gastvrij wilt zijn moet je zeker je gast waarderen in wat en wie hij is, hem of haar in zijn wezen laten.
En Maria heeft nu iemand in huis die een boodschap heeft en Jezus die een sober leven gewend is, zelfs geen steen heeft om zijn hoofd op te leggen, vindt zijn boodschap nu belangrijker dan een copieuze maaltijd. Hij is gast, maar brengt ook iets belangrijks mee. Hij heeft de opdracht gekregen de vreugde van zijn boodschap bekend te maken. Zeker aan zijn vrienden, met wie Hij vertrouwd is en die naar Hem willen luisteren. Je kunt gasten overstelpen met het beste dat je in huis hebt maar je kunt gasten ook laten voelen, dat je ze waardeert om wat zij te bieden hebben
En die twee mogelijkheden om je gastvrijheid te tonen hebben we hier bij elkaar.
Marta, de bezorgde, drukke gastvrouwe, en Maria, die luistert, leerling wil zijn, wil weten wat Jezus’ boodschap is.
Er zijn gastvrije handen en er zijn mensen met een gastvrij hart.
Wat heb je het liefst als je gastvrijheid geniet in je vakantie, of als je gasten ontvangt.
Ik zou zeggen: probeer beide vormen te combineren. Dat zou mooi zijn en dat proberen we hier ook als we gasten mogen ontvangen. En dat zijn er door het jaar heen heel wat.
Onze deur staat er voor open. Ook voor u!
Th.T De Essenburgh