Bidden

14 oktober 2018

Openingswoord

Afgelopen woensdag (10-10) hoorde ik het verhaal over de reuzen Ellert en Brammert, die mensen beroofden van hun schatten, maar vooral op zoek waren naar de sleutel van het geluk.
Vandaag lezen we in het evangelie over een rijke man, een man met veel bezittingen. Hij komt naar Jezus met de vraag: ‘wat moet ik doen om het eeuwig leven te verkrijgen?’. Hij is al een heel eind op de goede weg, maar als Jezus hem vraagt een extra stap te doen, kan hij dat niet.
Zouden wij dat kunnen?

Overweging 14 oktober 2018

“Ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen en kom dan terug om Mij te volgen”.

Heeft u wel eens écht nagedacht over deze woorden en wat ze betekenen?

Vaak zit ik thuis lekker op mijn bank naar één van mijn vele aangeschafte films of tv-series te kijken, of in één van de vele boeken te lezen die ik thuis heb staan. En geloof me, ik heb een eigen bibliotheek. Of ik sta in de winkel, waarin allerlei leuke spullen staan die ik eigenlijk ook wel wil hebben of handig vind. Op zulke momenten denk ik hier natuurlijk helemaal niet aan.

Maar als ik dan zo’n tekst of tekstgedeelte lees denk ik: zou ík dat kunnen, alles achter me laten? En dan moet ik bekennen: nee, ik denk niet dat ik dat, op dit moment zou kunnen.

Vervolgens lees ik verder en kijk naar de opmerking van Petrus: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen”. En Jezus’ eerste deel van zijn reactie, over het achter je laten van huis, broers, zusters, moeder vader, kinderen of akkers, en dan denk ik: het gaat dus niet alleen om het achterlaten van spullen, het materiële, maar ook om je familie. Ik heb een hechte band met mijn familie, met name met mijn vader, en om hem nu zomaar achter te laten…

Ik heb bewondering voor mensen die dit wél met volle overtuiging kunnen of gedaan hebben. Ik vind het erg knap en denk wel eens: ik wilde dat ik dat ook durfde. Maar iets houdt me tegen. Een deel is het gehechtheid aan mijn eigen, veilige, omgeving. Een deel is het angst voor het onbekende: hoe kan ik dan voor mezelf zorgen, hoe zorg ik voor eten, drinken, inkomsten. Dit heeft ook te maken met durven loslaten.

En dan komt een ander verhaal naar boven, het verhaal van de Talenten, en vraag ik me af of er echt van iedereen zo’n radicale keuze gevraagd wordt. Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen talenten, en moet deze ook zeker blijven ontwikkelen. Maar is het ook de bedoeling dat iedereen maar alles achter zich laat? Misschien is het wel juist de bedoeling dat je je talenten inzet voor je familie, de gemeenschap waarin je bent opgegroeid of waarin je nú leeft. Laten zien waar Jezus, God, voor staat in je directe omgeving. Want Jezus’ volgen betekent volgens mij ook: zijn boodschap doorgeven. Gaat heen en vermenigvuldigt U. Dit kun je ook uitleggen als: je hoeft om Mij te volgen niet rond me heen te blijven hangen. Nee, je moet júist zélf op pad gaan, de boodschap doorgeven, met je eigen talenten, de eigen schatten, die je hebt ontvangen omdat je de weg van Jezus bent gaan volgen. Ik probeer dat bijvoorbeeld te doen door hier de overweging te houden.

Dat betekent niet dat ik niet naar een ander pad toe kan groeien. Hiervoor geven de lezingen van vandaag ook handvatten:
– De eerste lezing begint met: “Ik bad en inzicht werd mij geschonken”. Een eerste stap zou kunnen zijn tot God te bidden en te vragen je te laten zien wat zijn bedoeling met jou is. Wat is jouw weg? Welk talent moet jij inzetten en verder ontwikkelen? Het kan natuurlijk even duren voordat je antwoord krijgt, of voordat je het antwoord begrepen hebt, maar je moet vooral de moed niet opgeven.
– Een volgende, of parallele stap, zou kunnen zijn om eens na te denken over de tien geboden, of tien woorden. Jezus noemt ze, kort, in het Evangelie. Kent ú ze allemaal nog?
En denkt uw er wel eens bewust over na of u ze eigenlijk wel naleeft? En leeft u ze dan na in handelen, of probeert u ze ook in de geest, de gedachte na te leven? Want ook in je gedachten komen soms dingen op als “val dood” of “dat wil ík (ook) hebben”. Belangrijk is hoe je hier vervolgens mee omgaat. Blijf je in je woede of begeerte hangen, … Of ga je kijken hoe je dit op een positieve manier op kan lossen? Het is lastig te voorkomen, maar je kunt jezelf wel trainen hier bewuster en beter mee om te gaan.

Ik denk dat God wel weet dat wij met deze zaken worstelen. Kijk maar naar de lezing uit Hebreeën: “het woord van God ontleed de bedoelingen en gedachten van de mens” en “alles ligt open en bloot voor zijn ogen”. Hij kijkt ook naar welke moeite wij doen om hiermee om te gaan. Proberen wij onszelf te verbeteren?

En als ik het dan, met de kennis van de tegenwoordige coachingsprogramma’s, workshops, trainingen en zo voorts mag aanvullen: als je niet in één keer de stap kunt maken, begin dan met een kleine, eerste stap. Als dat goed aanvoelt, en je daarin groeit, neem een volgende.

Een praktisch voorbeeld, dat ik ooit al eens eerder gegeven heb:
Bij ons in de parochie Apeldoorn hebben we en groep van de Egidiusgemeenschap. Zij zetten zich in voor de armeren in de stad, onder andere met gratis maaltijden in het Emmaushuis.
Ook hebben zij een bakfiets waarmee enkelen regelmatig de straat op gaan om soep en broodjes uit te delen aan de bewoners van de straat. Stel dat je het een beetje eng vindt om met de armeren in contact te treden, vooral op straat. Je zou dan eens kunnen beginnen deel te nemen aan de gebedsgroep. Of misschien kijken of je administratieve ondersteuning kunt bieden. Ook kun je natuurlijk altijd doneren, iets van je eigen rijkdom afgeven aan mensen die het harder nodig hebben.

Heeft u ooit wel eens een kameel door het oog van een naald zien kruipen? Kunt u zich voorstellen hoe dat er uit ziet? Als je het evangelie van vandaag beluisterd, kun je je wellicht goed inleven in de twijfels van de leerlingen: Wie kan er dan nog gered worden? Maar als je je best doet op pad te gaan, Jezus te volgen, iedere keer nét die extra stap te gaan, je talent verder te ontwikkelen, dan zul je uiteindelijk steeds meer schatten ontvangen. Ook dat lezen we in het antwoord van Jezus: … “of hij ontvangt nu, in deze tijd, het honderdvoud aan huizen, broers, moeders, kinderen en akkers, en in de toekomstige wereld het eeuwig leven”.

En wie weet ben je straks toch zo ver die grote stap te maken.