
12 juni 2016
Overweging Twaalfde zondag door het C-Jaar
Lezingen: 2 Samuël 12,7-10.13
Galaten 2,16.19-21
Lc.7,36-8,3
Overweging
Er gebeurt veel tussen mensen. Vooral waar mensen dicht op elkaar leven. Goede dingen, zoals zorg en hulp. Maar ook slechte dingen. Dat ondervinden wij bij tijd en wijle zelf allemaal. Vooral de slechte dingen ervaren we sterk. Vaak sterker dan de goede dingen. Die treffen ons soms – helaas – diep in het hart. Er zijn dan schuldige daders en onschuldige slachtoffers. Daarom is de vraag: hoe gaan we, als ’t ons treft, daar mee om. Paus Franciscus stelt in deze kwestie de barmhartigheid centraal. Als dé oplossing in het conflict.
Barmhartigheid.
Vaak denken we bij het horen van dit woord direct aan het slachtoffer, dat barmhartig moet zijn,
dat de schuldige moet vergeven om dan opnieuw te beginnen. Om over de drempel heen te stappen, die soms heel hoog kan zijn. Daartoe worden we aangespoord in onze religie: wees barmhartig zoals God barmhartig is. Dan gaat een nieuwe dag voor ons allen open
Wie barmhartigheid ondervindt..
De lezingen vandaag benaderen deze kwestie van de andere kant: zij gaan niet uit van het slachtoffer, maar van de dader, de mens die fouten maakt: de schuldige dader die barmhartigheid ondervindt. De vraag is dan: hoe beleeft hij die barmhartigheid? Hoe beleef je, wanneer jou iets wordt vergeven wordt? Hoe beleef je dat er een nieuwe dag voor je opgaat? Dat is de andere kant van de barmhartigheid. De passieve kant. Het gaat hier dus over iemand die barmhartigheid krijgt. Voor wie een nieuwe dag open gaat. Het is een dag van bevrijding…
Dat is het echt, een bevrijding. Het verleden is hard, gestold, versteend. Onherroepelijk ligt elk gebeuren vast – als een vaststaand feit. Gedane zaken nemen geen keer. Wat is geschied, is geschied. Ook fouten, misstappen. Die kunnen daarom als een molensteen op je hart liggen en genadeloos op je drukken. Alleen de persoon die je beledigd hebt, kan jou daar van af helpen. Die kan kwijtschelden en vrijspreken, zodat je weer quietus = rustig wordt.
Koning David heeft dat aan de lijve ondervonden. Hij is op een verschrikkelijke manier in de fout gegaan. Hij heeft zich door zinnelijke begeerten laten beheersen en heeft toen van God weggekeken, de andere kant op. Hij heeft een man gedood om diens vrouw te kunnen bezitten.
De profeet Natan opent hem de ogen: “Wat heb je gedaan, David?” David had zelf duizend schapen,
en toch wilde hij dat ene van een buurman er nog bij hebben.
David ziet zijn schuld en erkent die ook en doet boete. Dan zegt de profeet: “De Heer heeft uw zonde vergeven”. David had zijn onschuld, zijn zelfwaarde verloren. De kwijtschelding gaf hem de zelfwaarde terug. Een nieuwe dag brak toen voor hem aan. Hij is daar enorm dankbaar voor.
Ook de vrouw uit het evangelie heeft klaarblijkelijk kwijtschelding gekregen. Aan haar werd veel vergeven, staat er. Zij ervaart dat en is daarom blij: een nieuwe dag is voor haar opgegaan. Een nieuw leven heeft zich voor haar geopend. Zij mag opnieuw beginnen. Ze maakt daar gretig gebruik van. Ook deze vrouw heeft haar zelfrespect terug ontvangen.
Zij is ook zeer dankbaar – Dankbaar vanwege de ondervonden vergeving en barmhartigheid.
En omdat haar veel is kwijtgescholden, is zij ook uitermate dankbaar, zegt het evangelie
Daarom doet je wat ze doet..
Deze dankbaarheid is in onze tijd niet vanzelfsprekend. Vaak wordt het als iets gewoons aangenomen. Het is toch vanzelfsprekend dat God barmhartig is en dat Hij je vergeeft als je er om vraagt. En dat je weer een nieuwe kans krijgt. Meer dan zeven maal zeven keer. God schrijft je toch nooit af. Hij heeft je naam toch in de palm van zijn hand geschreven. Met inkt die niet kan worden uitgewist.
Maar die barmhartigheid is toch niet vanzelfsprekend. Barmhartigheid kost soms veel tijd en veel moeite. Onder mensen ervaren we dat soms heel duidelijk. Bij God denken we soms dat het bijna automatisch gaat. Ten overstaan van Hem gaan we vaak veel te lichtzinnig te werk: “God begrijpt het toch wel. Hij weet toch dat we kleine en zwakke mensen zijn. Hij ziet allemaal wel door de vingers”. We denken dan te licht over God en stellen Hem voor als een goedige oude man, die alles goed vindt. In de bijbel, waar God zichzelf uitspreekt, komt Hij heel anders naar voren. Als de machtige Schepper van hemel en aarde, die alles in stand houdt. De ene Heer, die niet met zich laat spotten.
Hij is rechtvaardig. Hij beloont het goede en straft het kwade.
Maar Hij is ook eindeloos barmhartig jegens mensen die het goed bedoelen, die eerlijk en serieus als mensen proberen te leven, maar daar niet volledig in slagen. Voor hen is God eindeloos barmhartig.
Zoals voor David en de vrouw uit het evangelie.
Die barmhartigheid bewijst Hij duidelijk in de menswording van Jezus Christus. Deze is gekomen om ons weer op het rechte spoor te zetten, om ons te rechtvaardigen. Jezus gaat met ons mee. Jezus zoekt de verloren schapen zelfs op en brengt ze op de schouder naar huis. Steeds opnieuw. Maar we moeten ons wel laten leiden, soms naar huis laten dragen.
Dan gaat een nieuwe dag voor ons open dank zij de barmhartigheid Gods. Dat besef maakt ons dankbaar. En dat gaat we in deze viering uitzeggen in het grote dankgebed In de eucharistieviering..