Priorij De Essenburgh
In 1950 vestigden wij, Norbertijnen, ons vanuit de Abdij van Berne in Heeswijk (Noord-Brabant), op het landgoed ‘De Essenburgh’ in Hierden bij Harderwijk. Het (mannen)klooster kreeg de status van ‘Priorij’.
Vanaf het begin waren wij actief betrokken bij de opbouw van parochies op de Noord–West Veluwe en in de IJsselmeerpolders. Daarnaast zetten wij ons in op het terrein van apostolaat en pastoraat en dragen wij oecumenische initiatieven een warm hart toe.
In 1992 is er op het terrein een tweede klooster gesticht: ‘Mariëngaard’, een gemeenschap van Vrouwen-Norbertijnen. In 1994 betrok deze gemeenschap een eigen huis.
Wij, de leden van beide kloostergemeenschappen, willen leven als volgelingen van Norbert van Gennep.
De regel van Augustinus hebben wij als basis, en de kern daarvan is:
– eensgezind samenwonen
– één van hart en één van ziel
– samen op weg naar God
Wij vormen leefgemeenschappen waarin het samen-leven een dagelijkse opdracht en gave is. Wij geloven hierin vanuit evangelisch perspectief, en durven te zeggen dat het mogelijk is, vreugde en verdriet te delen, en elkaar te bevestigen. Ons leven kenmerkt zich door een ritme van gezamenlijk gebed en arbeid.
Het wapen van De Essenburgh:
In 1950 kochten de Norbertijnen van de Abdij van Berne het kasteel De Essenburgh. Zij kozen er toen voor om het wapen van de familie van Essen te gebruiken, en daaraan toe te voegen de wapenspreuk van de familie Sandberg: Serva Fidem.
Serva Fidem is op twee manieren te vertalen:
“bewaar je geloof” en “behoed je trouw”.
SERVA FIDEM
Korte geschiedenis van het Landgoed ”Groot Essenburgh”
In 1639 koopt Johan Coolwagen een gedeelte van het landgoed “Trippenmakersgoet” te Hulshorst gelegen aan de Hierdense Beek.
Zijn zoon Marten Coolwagen bouwt op dit terrein in 1652 een huis
De Essenburg genaamd, waarschijnlijk naar de naam essen,
wat akkerlanden betekent. “
Tot 1688 blijft het landgoed in bezit van de Coolwagens, daarna wordt het verpand en verkocht aan de makelaar Zacharias Breske te Amsterdam.
Deze verkoopt het aan Cornelis Noorman, wiens familie het in bezit houdt tot 1721. In 1721 breekt een glorietijd aan voor het landgoed omdat het door huwelijk in handen komt van de grootgrondbezitter en burgemeester van Harderwijk, Mr. Antony van Westervelt. Hij breidt het huis uit en maakt van de omgeving een park, geïnspireerd op de tuinen van het Louvre met geschoren heggen, waterpartijen en sterrenbossen. Zijn zoon Heribert, ook burge-meester van Harderwijk, bekleedt belangrijke functies in de landspolitiek.
In 1813 komt het landgoed door huwelijk met Aleida J. Westervelt in handen van Samuel J. baron Sandberg, wiens familie het bezit tot 1924.
Wegens financiële neergang wordt in 1924 het landgoed, toen nog 500 hectare, verkocht en blijft het huis leeg staan tot 1928. In dat jaar koopt Mevrouw weduwe dr. Johanna S. Goekoop-de Jongh het landgoed.
Zij is o.a. bezitster van het landgoed Zorgvliet en het Catshuis.
In 1929 vernieuwt zij het huis zeer grondig en legt een park aan met monumentale bruggen, pergola’s, rozentuinen, een prachtige tuinmuur met Griekse vazen en her en der in de gazons Griekse klassieke beelden.
Zij verkoopt het landgoed in 1938 aan Mhr. Carp. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het huis bezet door, achtereenvolgend, het Duitse leger, bejaarden uit de Zaanstreek, vluchtelingen uit Arnhem, repatrianten uit Duitsland en gedetineerden uit de Jodensavanne uit Suriname.
Daarna staat het leeg en te koop tot 1950.
In 1950 kopen de Norbertijnen van de Abdij van Berne te Heeswijk het landgoed om er een klooster en studiehuis in te vestigen. Vanaf 1965 wordt een gedeelte (het Kasteel) verhuurd aan het Vormingscentrum De Essenburgh en in 2002 ook “De Hoeve”.
Bouwactiviteiten:
1952: bouw kapschuur/koestallen/kippenhok
1959: afbraak oranjerie, bouw studentenhuis/priorij, uitbreiding boerderij
1976: nieuwbouw vormingscentrum tussen kasteel en priorij.
1994: bouw Mariëngaard t.b.v. Norbertijnen Communiteit
2002: afbraak boerderijgebouwen/nieuwbouw “De Hoeve” en “De Boerderij”. Deze t.b.v. cursussen, eigen gasten, ateliers en werkplaatsen.