7 februari 2016
Overweging
In Rome,, in de Santa Maria della Vittoriakerk staat het beroemdste beeld van de beeldhouwer Bernini ( uit één stuk marmer gehouwen!)
Het verbeeldt de karmelietes Teresa van Avila in ex- tase, een geestvervoering.
Ze wordt door een engel met een pijl doorboord en tegelijk is ze vervuld van geluk, omdat ze door God is aangeraakt en opgaat naar Hem.
Haar naamgenoot en medekarmelietes eeuwen later, in de 19e eeuw, Therèse van Lisieux, ervoer een heel sterke band met Christus. Maar in haar eigen brieven, niet vroom bewerkt door haar medezusters, kunnen we lezen hoe volstrekt eenzaam en verlaten ze zich kon voelen en kon twijfelen aan haar roeping. Ze was soms de wanhoop nabij, maar geen van haar zusters merkte haar pijn. Sterker nog, ze hadden nooit iets bijzonders aan haar gemerkt, ze was er gewoon en deed haar werk. En waren dan ook verbaasd over haar heiligverklaring!
Vanmorgen hoorden we drie roepingsverhalen.
Jesaja, nog jong, wordt overvallen door een hemels visioen dat hem van zijn stuk brengt, waarin hij als het ware meegenomen wordt. Hij voelt zich onwaardig, maar voelt zich, of wordt geroepen voor een vreselijke opdracht, het volk onheil en ramspoed aan te zeggen ( met één sprankje hoop, de éne stronk en het éne boomzaadje). In een soort liturgisch heilig ritueel, met een kooltje van het altaar worden zijn lippen aangeraakt en dan durft hij zeggen: hier ben ik, zend mij!Zo wordt hij toegerust en gezonden, in kracht van God.
Paulus, die zich de misgeboorte noemt en zich niet waardig acht, is eigenlijk de 1e getuige van de opgestane Christus! De apostel voor de niet- joodse volken.
Zijn brieven zijn van jonger datum dan de evangeliën.
We weten hoe hij een heftig moment van bekering doormaakte, door God in zijn kraag gegrepen. Van Saulus, vervolger van de beweging rond Jezus, werd hij de meest vurige pleitbezorger van de Opgestane en zijn jonge kerk. Een harde werker, misschien eeuwenlang miskend. Niet zo geliefd om bepaald opvattingen, maar aan hem hebben wij veel te danken…
Het derde roepingsverhaal is dat van Simon Petrus en zijn collega-vissers.
Harde werkers, gewone mensen, die moeten ploeteren voor een bestaan voor hun gezinnen.
Zonder inleiding en na een zware nacht zonder vangst, worden ze bij verrassing geroepen door Jezus. Ze zijn gewoon aan het werk maar Jezus zegt hen: vaar naar het diepe.
En wij hebben het gehoord, en mij viel het ineens sterk op, dat Simon Petrus zegt:
Meester, dat is: rabbi… we hebben al zo tevergeefs gezwoegd.
En dat hij bij die volslagen onverwachte en overweldigende vangst niet zegt: Meester, maar: Heer, Kyrios…
En eigenlijk is dat zijn geloofsbelijdenis.
Hij was ontzet en in die ontzetting vindt een ommekeer voorgoed plaats!
Zoals dat ook gebeurde bij Jesaja en bij Paulus. En zovele mensen in de geschiedenis.
En misschien heeft u zelf zo’n moment, zo’n abrupte ommekeer ervaren, een gevoel van: Nu moet ik die stap zetten, ik kan niet anders…kome wat komt!!
Misschien niet in een geweldige extase, maar een gevoel dat er is en zich niet meer laat wegdrukken.
Jezus kiest voor zijn grote project niet de schriftgeleerden, de hogepriesters, de deskundigen, maar: (ik citeer onze medebroeders van Postel)” Jezus koos als zijn eerste leerlingen mensen van de zee en van het strand, mensen zoals wij, met haken en ogen en stormschade en met breekbare netten. En Hij bracht ze aan land. Hij gaf ze vaste grond onder de voeten, zijn leer, zijn boodschap, hij gaf zichzelf”[1]
En ook dat was- én is- een wonderbare vangst.
Als het gaat om religieus leven, dan wordt er wel gevraagd of je roeping had en hoe dat is gegaan.
Maar het gaat niet om : hebben: of “is”dat is statisch en legt vast.
Roepen is een werkwoord, roepen geschiedt, in de stilte van het gebed, het lezen van de Schrift, het geloofsgesprek met elkaar; in het vieren zoals wij nu bij elkaar zijn; in het doen wat ter hand is.
Maar we hoeven geen bijzondere kwaliteiten te hebben. Ieder heeft eigen talenten, die als de vissen in de donkere zee, aan het licht kunnen komen, om mensen het licht- woorden van goed nieuws- te brengen.
Het licht en de vreugde van het Evangelie.
Zoals de kleine Therèse van Lisieux dat deed, in alle eenvoud, zij heeft voor heel veel mensen door haar leven heel veel betekend.
Haar beeltenis stond in vele huisgezinnen in de huiskamer!
En zó kunnen we mensen bijeenbrengen en ons bijeen láten brengen, die grote huisgemeente van God. Niemand ( het staat achter op uw boekje!!) is uitgesloten van de vreugde van de Heer. Woord van paus Franciscus in zijn exhortatie “De vreugde van het Evangelie!
De 40 dagentijd, de grote vasten is zo niet een zware beproeving, ook niet een tijd van heftige verwachting en ommekeer. Wel een tijd van: met Jezus meegaan op zijn weg. Hier ben ik. Zend mij!
Ter afsluiting lees ik graag een strofe van een gedicht van Marianne Williamson.[2]
waarvan gezegd wordt en aangenomen wordt dat Nelson Mandela de tekst heeft verwerkt in zijn inauguratie als president van Zuid- Afrika en daarmee een sterk mission statement gaf.
We zijn bestemd om te stralen,
zoals kinderen dat doen.
Wij zijn geboren om de glorie Gods
die in ons is te openbaren
Die glorie is niet slechts in enkelen
maar in ieder mens aanwezig.
en als we ons licht laten schijnen
schept dat voor de ander
de mogelijkheid om hetzelfde te doen
Als we van onze diepste angst
bevrijd zullen zijn
zal alleen al onze nabijheid
anderen bevrijden
JV.
[1] Bezinningen hij Gods woord van dag tot dag. Uitg. Turnhout/ Brepols
[2] Er wordt gezegd en aangenomen, dat Nelson Mandela deze tekst heeft gebruikt in zijn inauguratie als president.