Bidden

5 februari 2017

Overweging 5de zondag door het jaar  5 februari 2017

Lezingen: Jesaja 58,7-10   I Kor. 2.1-5  Mt. 5,13-16.

“Gij zijt het zout der aarde. Gij zijt het licht van de wereld.” Jezus zegt niet: “Je moet daarnaar streven, maar je bent het.” Dit zette mij aan het denken en bracht mij tot de volgende overweging.

Je doet meer dan je gewoonlijk denkt. Je straalt altijd iets uit naar je omgeving. Ook al denk je van niet. Zelfs de meest eenzame mens, die helemaal op zich zelf leeft, die met niemand in contact staat, heeft invloed. Hij straalt een negatieve invloed uit naar de buren, naar de omgeving. Een leegte, die  leegte uitstraalt. Het niets duidt op een gemis; eigenlijk had het anders moeten zijn. Als men iemand uit de omgeving na een aantal maanden dood in zijn huis vindt, trek je je toch aan. Het is toch een medemens. Hij is geen zout en geen zuur. Geen licht en geen duisternis, maar een gemis. Een leemte, een gat in het zijn.

 

“Ik wou dat ik dood was”, zei laatst een zuster in een kloostergemeenschap. Zij was altijd bedrijvig geweest en nu achter een rollator kon zij niets meer, meende zij. Maar door deze houding doet zij heel wat, want een negatieve houding heeft een negatieve uitstraling. Zo’n opmerking werkt door in de groep. Een verzurende medemens werkt verzurend, deprimerend in de omgeving. Dat is geen zout, maar zuur. Dat is geen licht maar duisternis, die het donker verspreidt. Meer dan die zuster zelf denkt.

 

“Gij zijt het zout en het licht van de wereld.” Om dit te kunnen zijn, moet je wel goed in je vel zitten.

Dat is heel belangrijk. Heb je de nodige innerlijke rust of ben je innerlijk onrustig. Dat straal je uit.

Een vroegere confrater noemden we: Veni vidi futsie.. in plaats van vici  ( ik kwam – ik zag – ik overwon). Zijn onrustige aanwezigheid bracht onrust in heel de groep. Er zijn mensen die het altijd druk hebben. Ze laten dat merken in hun houding en in hun gesprekken. Zo leggen zij een druk op de omgeving. Ze verspreiden onrust. Wat straal je uit? Daar gaat het om.

 

Onze novicenmeester Jozef Verbruggen, zaliger gedachtenis, zei: “Sommige mensen zijn als herders-honden, anderen als buldoggen, weer anderen als hazewinden. Die kun je niet veranderen; maar een herdershond moet er voor zorgen dat hij een  goede herdershond wordt, een buldog een goede buldog; een hazewind een goede hazewind.” Daarmee wilde hij zeggen, dat we ons zelf niet wezenlijk kunnen veranderen, maar we kunnen wel werken aan ons zelf. Er het beste van maken. Je goede eigenschappen kun je koesteren, ontwikkelen en je de minder goede eigenschappen in goede banen leiden. Bijschaven. Menselijker maken. Als je bijv. een kort lontje hebt, opvliegend bent, kun je leren om minder snel op te vliegen. Met geduld  tot tien tellen voordat je reageert.

 

Kunnen we dat wel? Kun je je zelf zo veranderen, bijslijpen? Is dat niet te veel gevraagd? Er schuilen opmerkelijke krachten in ons zelf. Veel meer dan we zelf denken. Het gaat er om, die naar boven te halen. Jezus Christus wil ons daarbij helpen. Daarom zendt Hij ons de Heilige Geest. Zeker als wij er  voor open staan.

Je ziet dat concreet in je omgeving. Je staat er over verwonderd, hoe mensen trouw blijven aan het eens gegeven woord; is de één blijvend in Veldwijk opgenomen of in Sonnevanck, de ander wijkt dan niet van zijn of haar zijde. Mensen, die na een opeenstapeling van ziektes en andere tegenslagen

toch overeind blijven en de gebroken draad steeds positief weer opnemen. Dat dit gebeurt, is verwonderlijk. De trouw aan de eigen heilige overtuiging in het concentratiekamp, zoals de Carmeliet Titus Brandsma, de zuster Edith Stein lieten zien. De houding van Mandela in het schenken van vergeving; niet haten, maar streven naar verzoening. Ook het uithoudingsvermogen van de ware liefde is onmetelijk groot. Voorbeelden te over.

 

Jezus wil die verborgen krachten in ons naar boven halen, opdat we het leven aan kunnen. Hij wil ons tot mensen maken met een vaste wil, uit één stuk. Met een taai uithoudingsvermogen. Met een grote trouw. Met een zuivere liefde. Mensen die licht en zout zijn.

 

Dan kunnen we volbrengen wat in de lezingen van vandaag wordt voorgeschreven. De eerste lezing zegt heel concreet:  Keer u niet af van de medemensen. Deel je brood met de hongerigen. Wees gastvrij. Help de armen zoveel je kunt. Breek en deel. De tweede lezing zegt: Wees niet uit op populariteit, op gezien en geëerd worden. Op groot vertoon, op welsprekendheid. Maar wees echt, verkondig het evangelie in alle eenvoud. Zo verstaanbaar mogelijk, puur en integer. Zoek geen eigen eer, maar de eer van God.

Dan is waar wat Jezus zegt: “Jij bent licht voor de wereld. Jij bent zout der aarde.” Je bent het. Zonder meer.

Theo van de Vossenberg