30 oktober 2016
30 oktober 2016 Kapel de Essenburgh.
Wijsheid 11, 23 – 12,2
2 Tessalonicenzen 1, 11 – 2,2
Lucas 19, 1 – 10
Inleiding
een aantal jaren geleden, om precies te zijn was het al weer in 2008, schreef Huub Oosterhuis voor de maand van de spiritualiteit, een boekje over het thema ‘mijn betere ik’. Hij gaf het als titel mee: Jij die mij ik maakt. In de door hem geschreven stukjes wil hij laten zien hoe wij elkaar kunnen inspireren om de wereld een beetje beter te maken.
In de evangelielezing van vanmorgen gaat het over Zacheüs. Door zijn ontmoeting met Jezus wordt hij een ander mens. Zijn betere ik wordt tevoorschijn geroepen, zou je kunnen zeggen. Een intrigerend verhaal. Zo bijzonder dat ik hem een brief heb geschreven in een poging onder woorden te brengen wat dat voor hem betekend heeft en wat daarvan de betekenis voor ons vandaag kan zijn.
OVERWEGING
Beste Zacheüs,
Ja, je zult wel vreemd opkijken een brief van mij te krijgen.
Het idee ontstond omdat in de kapel van ‘de Essenburgh’ opnieuw het evangeliegedeelte aan de orde is, waarin Lucas vertelt over jouw ontmoeting met Jezus. Het moet toch een heel bijzondere gebeurtenis zijn geweest. Wij hebben van vier evangelisten verhalen over het leven van Jezus. Lucas is de enige bij wie wij kunnen lezen over Zijn ontmoeting met jou. Lucas besteedt veel aandacht aan de ontmoeting
van Jezus met mensen die er eigenlijk een beetje buiten vallen.
Jij woont in Jericho. De stad aan de grote karavaanweg van Damascus naar Arabië. Om daar het tolhuis van de Romeinen te kunnen pachten moet een buitenkans voor je zijn geweest. Het verhaal vertelt dat het je geen windeieren heeft gelegd. Je vroeg woekerprijzen en stak de winst in eigen zak. Consequentie was wel dat je je bij het gewone volk niet geliefd maakte. Helemaal niet!
Je naam betekent ‘de rechtvaardige’, maar daar bleek in je doen en laten niks van. Gevolg was dat de mensen je naam alleen maar met minachting uitspraken.
Als ze je naam al noemden, want je had eigenlijk met niemand contact. Ze keken op je neer. En niet alleen omdat je klein was.
Zoals ik al schreef, je deed gemene zaken met de bezetter. Vraag ik me af, hoe komt een mens daartoe? Hoe kom je zover om te werken voor de bezetter en je eigen mensen, je eigen volk uit te buiten?
Voelde je je eerder misschien ook al buitengesloten? Misschien omdat je klein van stuk bent? Dacht je groter te worden wanneer je veel geld zou bezitten? Dat het je macht zou geven?
En toen kwam Jezus naar Jericho. Hij was onderweg naar Jeruzalem.
Je had er van gehoord. Er deden toen al verhalen over hem de ronde. Verhalen dat hij zo bijzonder was, over zijn vriendelijkheid en het mededogen dat hij uitstraalde en dat hij zelfs mensen kon genezen. Vooral die vriendelijkheid, dat mededogen dat hij uitstraalde, daar hunkerde je naar. Dat wilde jij blijkbaar wel eens meemaken.
Dat vind ik eigenlijk een bijzonder moment in het verhaal. Het moment dat jij je in gaat spannen om Jezus te zien. Jij die volgens mij amper buiten de deur kwam, behalve dan om naar het tolhuis te gaan.
Maar dat je weinig goede contacten had werkt ook nu niet in je voordeel. Ik kan me voorstellen dat het een enorme drukte was en dat niemand zijn goede plaats aan jou, die collaborateur, die afperser, af wilde staan.
En dan krijg je dat fantastische plan om in een boom te klimmen. Dat moet een sycamore, een moerbeivijgenboom zijn geweest. Dat vind ik wel heel mooi. Die boom wordt namelijk gelijk gesteld met de levensboom. Dat past wel erg goed bij het vervolg van het verhaal. Want wanneer jij daar hoog in de boom zit en je ongezien waant, tussen de grote bladeren, komt Jezus voorbij.
En wat je niet had durven dromen, hij blijft pal onder de boom staan en noemt je naam. Hoe lang was het geleden dat iemand met zoveel liefde je naam uitsprak? En Jezus liet het daar niet bij. Hij vroeg je om direct naar beneden te komen omdat hij bij jou in huis wilde zijn. Het moet een geweldige gebeurtenis zijn geweest. Allereerst voor jou.
Iedereen om je heen gromde van afschuw, dat Jezus uitgerekend bij jou, die man voor wie ze alleen maar minachting voelden, naar binnenging. Maar jij kon je geluk niet op, stel ik me zo voor. Jij voelde je gezien en dat maakte dat je onmiddellijk op de vraag van Jezus reageerde.
Lucas schrijft dat je gelijk tegen Jezus zei dat je de helft van je bezit aan de armen zou geven en iedereen die je ooit had afgeperst het viervoudig terug zou betalen.
Nu zijn we gewend dat evangelisten dingen vaak heel gecomprimeerd opschrijven wat in werkelijkheid een heel proces moet zijn geweest.
Maar precies weten doe ik dat in jouw geval natuurlijk niet.
Wat ik wel weet is dat die vraag van Jezus iets in jou heeft losgemaakt
waar je op moest reageren. Dat kan dus?!
Dat iets, dat misschien al lange tijd in je leeft, wakker gemaakt wordt door de vraag van iemand anders waardoor je ermee aan de slag gaat, er werk van maakt.
Dat is wat er volgens mij bij jou is gebeurd.
Dat je door die vraag van Jezus en die bijzondere aandacht bent veranderd. Je voelde je geaccepteerd. Je realiseerde je dat je mocht zijn die je ten diepste bent.
Zachëus, de rechtvaardige.
Je krijgt zo je LEVEN terug zou je kunnen zeggen. En je plek in de gemeenschap. Wat een geweldig verhaal.
Doordat Lucas jouw verhaal heeft opgeschreven delen wij in die ontmoeting met Jezus en zijn boodschap. Ook wij mogen weten van de barmhartigheid van Jezus. Dat er altijd een nieuw begin mogelijk is.
Maar we mogen ook weten dat het net als in jouw leven consequenties heeft. Dat wie zich door Jezus gezien en aanvaard weet een roeping ontvangt. Dat het in je gedrag zichtbaar moet worden.
Jezus heeft altijd opgeroepen tot navolging. Ook wij worden keer op keer uitgenodigd Gods liefde zichtbaar te maken in de wereld. Het verhaal van de ontmoeting van jou met Jezus mag ons inspireren het goede bij elkaar te zien. Elkaar ruimte geven om tot onze bestemming te komen.
Dat is iets waar we door jouw verhaal ons weer bewust van mogen worden. Dankjewel Zachëus.