3 juli 2016
Overweging
Veertiende zondag door het jaar 3 juli 2016
Lezingen Jesaja 66,10-14c
Galaten 6,14-18
Lucas,10.1-12 en 17-20
Zondag 19 juni – veertien dagen geleden – is in de abdij Heeswijk een confrater gestorven, mijn coursgenoot, Jos de Wolf. Een bekende expert in liturgie. Heel zijn leven is hij daarmee bezig geweest. De laatste tijd ging zijn gezondheid zienderogen achteruit. Een zware longontsteking werd hem fataal. Tijdens het sacrament van de zieken zei hij: “ Ik heb er vrede mee.”
Die uitspraak zette mij aan het denken: “Ik heb er vrede mee, dat mijn leven eindigt. Na 86 jaar.”
Zijn leven was gevuld, verzadigd. Steeds in de abdij. Voor mij was Jos daar een vast punt, Hij was er altijd.
“Ik heb er vrede mee”. Waar mag je vrede mee hebben en waarmee niet?
Uiteindelijk moet je er vrede mee hebben. dat dit leven eindig is, beperkt, onvolmaakt. Omdat je een kwetsbare mens bent..
Je zult verder ook vrede moeten hebben met je zelf. Met de persoon die je bent. Met de eigenschappen, de talenten die je gekregen hebt. Dat zijn dan jouw mogelijkheden waarmee je moet werken aan je zelf, aan de gemeenschap, aan de wereld.
In het noviciaat in 1949 hadden wij een wijze novicemeester, Jozef Verbruggen. Die zei eens beeldend over ons: “Er zijn schoothondjes, herdershonden en buldoggen. Een schoothondje moet een goed schoothondje worden. Een herdershond een goede herdershond en een buldog een goede buldog. Daarom is er voor jullie ieder persoonlijk werk aan de winkel.
Dat betekent dat je geen vrede mag hebben met ondeugden, die je in je zelf ontdekt. Daaraan moet je werken; aan onverdraagzaamheid, eigenwijsheid, opvliegendheid enz… Daar mag je geen vrede mee hebben. “Ik ben nu eenmaal zo” is capituleren.” Het christendom roept op om aan je zelf werken: “Bekeert u, om een goed medemens, een goed christen te worden. Een nieuwe mens in en door Jezus Christus!”
Zo is het ook met het klooster en de kerk. De kerk en klooster worden gebouwd met levende stenen.
Met mensen, die zoekend en tastend onderweg zijn. Met mensen die steeds christen moeten worden. Met mensen van goede wil, die toch steeds in de fout gaan en daar vergeving voor moeten vragen. Daarom is de kerk in deze wereld steeds een kerk met vlekken en rimpels. Met onvolmaaktheden. Met fouten. Van hoog tot laag. Dat is steeds de situatie van de kerk in deze wereld, daar zul je vrede mee moeten hebben in verdraagzaamheid en vergevingsgezindheid,
in barmhartigheid.
Dan moeten we er ook hier weer direct aan toevoegen: we mogen geen vrede mee hebben,
met de situatie zoals die is door onze schuld. Wij moeten nagaan in hoeverre we de kerkelijke gelovige gemeenschap kunnen verbeteren. Kunnen we consequenter kunnen we zijn, liefde-
voller, warmer, authentieker, eenvoudiger, godsdienstiger, eerlijker..? Daarom de oproep in het Evangelie om je steeds te bekeren. “Bekleed u met de nieuwe mens”.
“Het gaat er om dat we een nieuwe schepping zijn”, zegt de tweede lezing. “Vrede en barmhartigheid komen over allen die naar dit beginsel leven. En over heel het volk Gods.”
We kunnen dit ook op de samenleving toepassen Je zult vrede moeten hebben met de situatie zoals die in de huidige gemeenschap is. Een pluriforme samenleving. Met vele verschillende visies en levensbeschouwingen. Dus ook met verschillende ideaal en toekomstbeelden. Daar zullen we vrede mee moeten hebben.
Maar we kunnen geen vrede hebben met wat mensen elkaar aandoen. We mogen geen vrede hebben met onrechtvaardige wetten, die rijken bevoordelen. Met onrecht en fraude. Met de intolerantie. Met willekeur en geweld. Met de gelijkstelling van landelijke wetten en ethiek.
Het is steeds alom een strijd om een goede verstandhouding met God en Jezus Christus.
Met je zelf, met de geloofsgemeenschap, met burgerlijke samenleving. Daar vrede mee hebben.
Het is een onderdeel van deze viering dat we elkaar die vrede van Christus toewensen, de vrede die het goede behoudt en het kwade verwijdert. Dat we die elkaar ook metterdaad toewensen, zoals het evangelie zegt. “Vrede aan dit huis en allen die er in wonen”.
En eens zal de strijd om de vrede van Christus gestreden zijn, zoals de eerste lezing zegt. In het nieuwe Jerusalem. De stad van vrede. Daar zal God de vrede als een rivier naar je toeleiden, als een onstuimige stroom. Dan zal de nieuwe aarde bedekt zijn met vrede, zoals het water de bodem bedekt. Daar zal een alles en allen omvattende vrede heersen. Vrede met je zelf, met de omgeving, de gemeenschap, de natuur en vrede met God..
Mijn confrater Jos de Wolf die als een deskundig liturgist heel zijn leven met liturgie bezig was
zal daar nu de hemelse liturgie vieren en daar volkomen vrede mee hebben. Hij zal de volle, volmaakte vrede ervaren in het nieuwe Jerusalem. De stad van vrede ..
Ook wij hopen daar eens te mogen zijn…!
Theo van de Vossenberg