24 oktober 2016
UITVAART TOON VAN DE VEN
MAANDAG 24 OKTOBER 2016 TE HARDERWIJK
GEBOREN 21 NOVEMBER 1934 TE DINTHER – OVERLEDEN 19 OKTOBER 2016 TE HIERDEN
INLEIDING:
‘Er is een aanslag gepleegd met een dodelijk slachtoffer. De overledene is Toon van de Ven ‘. Met deze enkele woorden zouden we het gevoelen kunnen omschrijven dat afgelopen woensdag bij velen postvatte na het bericht van het plotselinge overlijden van Toon. Velen zijn aangeslagen: vooral zij die bij hem waren op het bewuste moment: de medebroeders van de Essenburgh en de medezusters van Mariëngaard, zijn broers en zussen in de religieuze Norbertijnse familie. En al heel snel verspreidde het droeve bericht zich: bij de familie en kennissen van zijn geboortegrond in Dinther, bij de norbertijnen van Berne op hun verschillende plaatsen van aanwezigheid, bij de vele vrienden en bekenden uit Hierden en omgeving.
Plotseling had zijn hart het begeven en of het echt plotseling was zullen we niet zo snel of helemaal niet te weten komen. Gezondheid was niet direct het gespreksonderwerp van Toon. Bij hem gold vooral: het hoofd omhoog en de hart laten kloppen.
Nu zijn we met velen hier samengekomen in de kerk van Harderwijk omdat ook Toon’s vaste en dagelijkse gebedsruimte veel te klein is. Hier zijn we voor de laatste keer samen rond zijn lichaam om hem eer te bewijzen, om hem te danken, om hem aan te bevelen bij de Heer van alle leven. Vanaf deze ruimte zullen we hem begeleiden naar zijn laatste rustplaats , een dodenakker voor en van velen, maar vooral van zijn medebroeders met wie hij op ‘De Essenburgh’ zoveel heeft gedeeld.
Met woorden van Prediker en Matheus zullen we hem in herinnering roepen en proberen enigszins recht te doen. Met het gezang van David van Psalm 103 zullen we doen wat Toon in het dagelijkse gemeenschappelijke gebed met grote regelmaat deed: de Heer prijzen en proberen op het spoor te komen om geduldig te kunnen blijven in grote trouw
Het dode lichaam van Toon is binnen gedragen en heeft een plaats gekregen in het centrum van dit bouwwerk van de geloofsgemeenschap. Vanmorgen is zijn lichaam vanuit de priorij weggedragen en begeleid naar de grens van het landgoed aan de zuiderzeestraatweg.
Rondom de kist met zijn dode lichaam willen we licht aansteken: vuur als teken van licht en warmte, en voor Toon nog een bijzondere betekenis van warmtebron om voedsel te bereiden en de broodoven op temperatuur te kunnen brengen.
We nemen nu het vuur van de paaskaars welke verwijst naar Pasen en verrijzenis.
Met het afwisselende gezang van het vuur dat ons aanstoot zullen na ieder couplet dierbaren Toon in het licht zetten en van hun warme genegenheid voor hem getuigen: Bij het eerste couplet zijn beide gemeenschappen van Hierden, bij het tweede zijn dierbare familie, en bij het derde tenslotte zijn vele vrienden en vriendinnen uit de omgeving, uit de sport en zangwereld.
VERKONDIGING
Medebroeders, medezusters, familie v.d.Ven en vele vrienden en bekenden van onze Toon. Omwille van hem zijn we op deze maandagochtend naar hier gekomen om de droeve plicht van het afscheid te vervullen. In de Norbertijnse kring van de jaarlijkse ledenvergadering – het kapittel – was hij nog geen week geleden nadrukkelijk aanwezig. Hij voerde het woord, pleitte voor zorg om leven als je daartoe niet meer zelf in staat zou zijn. Niemand kon afgelopen maandag ook maar enigszins vermoeden dat het min of meer zijn laatste optreden zou zijn en dat hij twee dagen later het samenzijn in deze aardse wereld vaarwel zou moeten zeggen. Met letterlijk het door hem zelf gebakken dagelijkse brood op tafel blies hij aan die tafel zijn laatste adem uit. Hij greep naar zijn hart om letterlijk de pijnlijke aandoening van het moment aan te geven, maar mogen we dat gebaar en die roep – zeker achteraf – ook niet beschouwen als zijn vaarwel aan de dierbaren waarmee hij zoveel jaren had gedeeld binnen de religieuze gemeenschappen van Essenburgh en Mariengaard.
Met oude woorden van Prediker en van de evangelist Mateus, met Psalmverzen, met hedendaagse dichterlijke woorden op muziek gezet hebben we Toon hier welkom geheten en hem wat proberen te tekenen.
Er klonken worden uit het boek Prediker, die alles lijken te relativeren. Slopen of opbouwen, liefde of haat, oorlog of vrede, huilen of danken: het doe er niet toe, het is een pot nat. Wie op zo’n manie de oude wijze zou verstaan zou onrecht doen aan zichzelf. Prediker verklaart alles niet als betrekkelijk maar brengt in relatie, zet de dingen op hun plats. Hij plaatst ons doen en laten in het licht van God die door alle wederwaardigheden heen ons wil zien groeien, mens worden; die in ons en ondanks ons hoopt op een bewoonbare aarde. Gods hoop is: dat wij ‘zo onze dagen leren waarderen, dat wij er wijze mensen van worden. Je hoeft je niet vast te klampen aan de zekerheid van het verleden en de dromen van morgen. Leven in het heden is boeiend genoeg. Telkens met een nieuwe blik het heden tegemoet treden. Heel symbolisch zal dat ons bij blijven want nagenoeg Toon’s laatste daad was enkele uren voor zijn dood zijn nieuw aangemeten bril ophalen. Zijn meest recente foto op de voorkant van de liturgie van dit samenzijn toont dat moment.
De woorden van Prediker en van Matheus onderstrepen wat Toon voortdurend probeerde uit te stralen, want in de bijbel is het heden het belangrijkste. Onze manier van leven, altijd denken aan morgen, komt in de bijbel nergens voor. Daar is tijd altijd tijd om nu iets te doen met de mensen om je heen, en dat bepaalt je leven. Als het oogsttijd is moet je oogsten. De rest kan rustig tot morgen worden uitgesteld. Elke dag heeft genoeg aan wat gedaan moet worden. Als je een probleem hebt, ga je niet een plan maken om het in de toekomst op de beste manier op te lossen. Maar ga je met mensen om je heen praten in het heden, ook als het dan op een mindere manier wordt opgelost. Je weet immers maar nooit wat je in de toekomst krijgt, j weet alleen wat je nu hebt.
In woorden van Matteus spreekt Jezus over zog en zorgeloosheid. Hij wijst naar de natuur. Maak je toch niet zo druk om al die dagelijkse dingen, want het zijn eigenlijk de verkeerde zorgen, die wij ons maken. Ze nemen de aandacht weg van hetgeen ons eigenlijk het meest moet bezighouden. Dat is de gerechtigheid. Jezus wijst niet op de zorgeloosheid van een kind in de armen van zijn moeder. Hij zegt ook niet laat je maar verwennen door God, want hij zorgt overal voor. Nee, Hij drukt met zijn vinger op een knop die wij telkens proberen te omzeilen omdat wij het zo druk hebben met andere dingen. Er gaat een alarmbel af. Het is de knop van de gerechtigheid. We kunnen en mogen onze verantwoordelijkheid voor gerechtigheid niet laten wegsijpelen. Mensen mag immers geen onrecht worden aangedaan. Dat is de heilige wet die ons gegeven wordt. Dat is waar Jezus zich echt zorgen om maakt. De gerechtigheid kan in verdrukking komen als wij te goed voor onszelf zorgen.
In dit licht Toon naar voren halen is hem recht proberen te doen met zijn oprechte wijze van dagelijks leven en werken, dagelijks doen en laten. Die Brabantse jongen van het platteland, geboren onder de rook van de abdij van Berne waar hij al op 15 jarige leeftijd intrad. Even verruilde hij Berne en Nederland voor Windberg en Duitsland, maar na twee jaar had hij het daar meer dan voor gezien.
De katholieke brabander trok naar reformatorische streken en wist daar geweldig te wennen.
Toon was de man van het gewone, dagelijkse contact in de dagelijkse niet aflatende zorg voor het inwendige van de mens binnen zijn eigen gemeenschap en e vele gasten op het kasteel. Het door hem gebakken brood kreeg terecht de naam van ‘toonbrood’. Toon de man die op het sportveld floot om het voetbalspel in goede banen te leiden, want vriendschap en teamgeest stonden bij hem hoog in het vaandel. Toon het zangtalent van Panta Rhei waarbij de ontmoeting centraal stond. Was dat niet de grote kracht want anders houd je het als 80 jarige niet vol om lid te blijven van een jeugdkoor.
Toon het luisterende oor en de steunende schouder voor velen. Voor velen was hij er als het even niet lukte : hij maakte tijd en ruimte, zodat een verhaal van ongenoegen kon worden uitgesproken. Hij luisterde er naar en wist menigeen zo gerust te stellen om het in het heden weer te zien zitten met het oog op de toekomst.
Toon bleef de man van het platteland. Zijn dierbare Brabantse geboortegrond had hij verruild voor de wijdse omgeving van de Gelderse vallei. Zijn agrarische inslag wist hij voortdurend te bewaren: zijn kippen op zijn landgoed.
En rijk leven getekend dor gegeven en ontvangen zorg en nabijheid is ten einde. We hebben verdriet om zijn zo plotselinge heengaan. We schuilen in deze dagen wat bij elkaar. We roepen hem in herinnering en laten ons daarbij inspireren door gelezen en gesproken woorden. We halen Toon naar boven als een man die van het leven hield en graag mensen ontmoette. Hij kon werken en genieten en die twee lagen niet ver uit elkaar. En ook als het wat minder ging, als ongemak en lijden op zijn pad kwam, kon hij van dit leven blijven houden omdat hij geloofde in het andere leven: niet te omschrijven, maar te vermoeden.
In dat leven geloofde hij. Mag dat leven hem nu overvloedig gegeven zijn.