24 juni 2018
Overweging zondag 17 juni 2018
“God zal erin voorzien”.
Als je de opdracht krijgt om op zondag voor te gaan en te preken dan is het eerste wat je doet, tenminste als dat aan mij gevraagd wordt, kijken wat het Evangelie van de zondag is. Ik vond het Evangelie dat we zojuist hoorden heel mooi passen bij de tijd van het jaar, de prachtige warme lente met zijn enorme groeikracht, maar toen ik de laatste zin las “met zulke en andere gelijkenissen verkondigde Hij Gods boodschap”, voor zover de mensen die konden begrijpen, werd ik een beetje jaloers.
Jezus verkondigde Gods boodschap door gelijkenissen, heel dichtbij, in het leven van de mensen van alle dag.
In onze opleiding hebben wij dat niet geleerd. Wel hoe je moest staan tijdens de preek, hoe je duidelijk moet praten, gebaren maken, woorden onderstrepen, maar we leerden geen gelijkenissen, er waren geen hints om dat, wat je om je heen zag in de natuur en de mensen dóór te trekken naar Gods boodschap.
Vandaag is er een beetje die kans. Ik ben van boerenafkomst en Jezus’ beelden over de natuur, de vogels en de bloemen, al wat dichtbij leeft en beweegt spreekt je dan extra aan.
Vandaag dus die boer die zaad zaait op zijn akker. Vincent van Gogh heeft dat prachtig geschilderd zoals op de prent hier in de versiering te zien is. Ik heb dat in mijn jongste jeugd nog zien gebeuren, precies zo! Die boer, die met zijn grote regelmatige stappen en weidse gebaren aan het zaaien is. Het moest nauwkeurig en met aandacht gebeuren, bij iedere grote stap een handvol graan. breed uitstrooien , een hele kunst, maar boeren konden dat. Ze moesten de korrels letterlijk en figuurlijk uit handen geven. dan was het werk gedaan, dan bleef alleen het wachten over, “terwijl de boer slaapt”!
Als kleine jongen heb ik van mijn vader geleerd, dat het wel nodig is om de zaaivelden goed voor te bereiden. Hij vertelde me dat drie dingen erg belangrijk waren, als er gezaaid was, namelijk: water, warmte en Licht. Die drie elementen moest samen werken om het zaad te laten kiemen, als één element ontbrak zou er niets van terecht komen. Ik dacht later: misschien zit in deze drie voorwaarden wel een gelijkenis!
Is het met Gods boodschap niet zo, dat die pas kan ontkiemen en opbloeien als we eerst door het waterbad van de doop christen geworden zijn; als wij de warmte ervaren van de medemens, van onze medechristenen, van de gemeenschap, en als God niet het Licht is op onze levensweg?
Het graan uit handen gegeven, gestrooid op de akker en God die het wasdom geeft en rijp maakt voor de oogst.
Jezus vertelt vandaag nóg een gelijkenis, die van het mosterdzaadje. Ik denk wel eens dat als Jezus hier had geleefd Hij de gelijkenis zou hebben verteld van het beukennootje. U kent dat, dat kleine driehoekige beukennootje, en als u zich realiseert dat uit één nootje zo’n reuzenbeuk kan groeien, zoals er hier langs het kasteel twaalf hebben gestaan, die je vanuit de polder kon zien….
De groeikracht in de natuur vergelijkt Jezus met de groeikracht van zijn boodschap, de komst van het Rijk Gods.
En na zoveel eeuwen is die boodschap nog over de wereld bekend. En toch, dat zaad moet sterven en misschien zitten wij met ons Christendom, onze kerken en kloosters ook in zo’n stervensproces en kan pas daarna alles weer opbloeien.
U hebt geluisterd naar de eerste lezing, van de profeet Ezechiël, daar horen we hoe God bezig is, hoe Hij van de tóp van een hoge ceder een twijgje neemt om het opnieuw te planten en te laten uitgroeien. Maar liefst 8 x(!) staat er in dat korte stukje: Ik Zal, Ik zelf zal het doen. Daarom kan de boer slapen!. En kon vader zeggen bij het palmen van de akker : aan Gods zegen is alles gelegen.
Zo beseffen wij dat na ons de kerk zal opbloeien…, nieuw leven krijgt, niet wij, maar God zal erin voorzien.