23 april 2017
Tweede zondag van Pasen 23 april 2017
Lezingen: Handelingen 2,42-47
1 Petrus, 1,3-9
Johannes 20,19-31
Overweging
Er is de laatste tijd enorm veel veranderd. Dat hoef ik niet te bewijzen; dat ervaren we zelf aan den lijve. Om een voorbeeld van te geven: vroeger in mijn jonge tijd was het moeilijk, om een bericht door te geven aan iemand die in het buitenland verbleef. Dan moest je een brief schrijven. Het duurde dan soms dagen voordat de brief aankwam en gelezen werd. De ontmoeting werd niet alleen ruimtelijk op afstand gehouden maar ook tijdelijk gehinderd. Het duurde tijden voordat de ontmoeting tot stand kwam.
Daar is een enorme verandering in gekomen. Alles is veel directer geworden. Een persoonlijke ontmoeting komt nu in een mum van tijd tot stand. Even bellen, een smsje, een email. Je hoort en ziet soms zelfs de ander onmiddellijk. Ondanks de grote ruimtelijke afstand. Dat betekent, dat we steeds meer aan elkaar tegenwoordig geworden.
Deze ontwikkeling gaat nog veel verder. Een gebeuren dat elders op de wereld plaats grijpt, een terreuraanslag in Parijs of in Afganistan, N.Korea, Brazilië of Suriname kun je nu direct mee beleven – live. Je bent er bij, zittend achter een kop koffie of een borrel bij de TV. We horen en zien direct, wat de president van Amerika zegt. of je dat nu leuk vindt of niet. Dank zij de technische vindingen van de laatste tijd. Dat betekent dat veel meer gelijktijdig leven in de wereld. Ondanks de grote afstanden zijn we in de tijd toch bij elkaar.
Door het evangelie vandaag kreeg ik het inzicht, dat in onze religie die gelijktijdigheid er altijd geweest is. Dat komt in verschillende uitspraken en feiten tot uiting.
“Jezus Christus is het levende Woord”. Niet een Woord dat eens in het verleden werd uitgesproken,
zoals een woord van Augustinus of van Franciscus van Assisi, dat opgeschreven is en nu wordt voorgelezen. De levende Heer Jezus spreekt nu tot ons. Dit moment. In de lector of de voorlezer. “Zo spreekt de Heer..” Hij leeft, Hij is er, nu. Hij leeft met de Vader en de H. Geest. Daarom spreken Hen rechtstreeks aan: “Vader, Zoon en Heilige Geest”. Eeuwigheid en tijd zijn hier gelijktijdig. “De Heer is hier en ik wist het niet..” zegt aartsvader Jacob al in het OT.
Daarom zat de apostel Thomas ook op een verkeerd spoor, omdat hij Jezus per se wilde zien, aanraken, ervaren. Dan wist hij zeker, dat Jezus er was. Thomas wist niet dat Jezus op een verrezen manier leefde, dat Hij dus op een andere manier aanwezig was. Daarom krijgt hij het verwijt: “Wees niet langer ongelovig, maar gelovig. Zalig zij die niet zien en toch geloofd hebben, dat Ik er ben ..”
Het geloof maakt gelijktijdig. Dat geldt ook vaak voor ons. Jezus heeft beloofd: “Ik zal er zijn!”. Hij is er. Hij leeft. Dat gelovig aanvaarden..!
We zingen het ook vaak uit, misschien zonder het voldoende te beseffen: “Daar waar vriendschap is en liefde, daar is God.” God is dus in de echte liefde aanwezig, in de onbaatzuchtige liefde. God is liefde en in die liefde participeren wij, als we echt lief hebben. Hij is in het goede, in de gerechtigheid, in de barmhartigheid, in de vrede..
Hij is niet in het kwaad. In de wreedheid, in de ongerechtigheid, in de onbarmhartigheid, in de onvrede. Hij is wel in de slachtoffers van het kwaad. Hij is arm in de armen. Hij lijdt aan ziekte en eenzaamheid. Hij lijdt honger en dorst. Elk kruis van alle tijden is zijn kruis. Hij is in elk lijden en elke armoede actueel aanwezig. “Ik was ziek, arm, hongerig, dorstig, zonder thuis en gij hebt mij opgevangen.” “Maar ik heb U nooit gezien”, kunnen wij dan misschien tegenwerpen. In elk kruis is Hij de gekruisigde
Maar hij is ook in alle zorg en hulp aanwezig: “ Wat ge aan de minste der mijnen hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan.”
In de Eucharistie wordt dit alles samengevat. De Heer is hier op een bijzondere wijze aanwezig. Wij gedenken de grote daden van Jezus Christus: zijn leven, zijn liefde en zijn medelijden, zijn lijden en sterven – zijn verrijzen en opstaan, – en zijn hemelvaart. Het is een heel bijzondere manier van gedenken. Dit is geen herhaling van iets uit het verleden. De grote daden van Jezus zijn hier en nu aanwezig. Het is allemaal tegenwoordig. Het gebeurt aan ons vandaag. De eucharistie is daarom geen herhaling maar een tegenwoordig-stelling. De grote daden van de levende Heer gebeuren hier aan ons en zijn nu werkend onder ons, in ons aanwezig. Daarom is de eucharistie zo kostbaar voor ons.
Want de aanwezigheid van de Heer maakt ons rijk. Zijn daden doen ons herboren worden, zegt de tweede lezing.Tot een leven van hoop. Een leven van liefde. Want een onvergankelijke en onaan-tastbare erfenis is voor ons weggelegd en wacht op ons, in de toekomst.
God is hier. Hij is de Aanwezige. Ik ben er. Ik zal er zijn. Hij is veel sterker aanwezig dat wij vermoeden. Ook al zien wij Hem niet. Daarom: Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.
Theo van de Vossenberg