21 oktober 2018
Inleiding- overweging Wereldmissiedag 2018, 21 oktober
Thomas en ik stonden vandaag samen op de lijst voor deze viering, wereldmissiedag.
Hij werd verkouden. We hadden alles goed voorbereid maar hij zei: ik denk dat prior Klaas mijn taak maar moet overnemen.
Dat proberen we te doen in de geest van onze afspraken en het thema dat we met overtuiging kozen bij de lezingen van de Schrift:
WAT IS ECHTE GROOTHEID
Het zal gaandeweg duidelijk worden waarom.
Enkele weken terug kreeg Thomas van een nichtje het boek dat u hier ziet staan:
Over missionarissen, broeders en zusters, allen uit zijn geboorteplaats Boekel..
De zusters kende hij niet, zij bleven tot hun uitzending in het klooster, dat was toen zo.
De broeders en paters heeft hij allemaal gekend.
“Ik kan er een beetje jaloers op worden”, zei hij een dezer dagen. Zij gingen met een groot ideaal en ze gingen voorgoed…om nooit meer- de meesten- hun familie te zien.
Daar, bij kwetsbare bevolkingsgroepen, deden ze trouw wat er te doen was.
Nog steeds zijn er religieuzen en leken, mannen en vrouwen; soms jonge gezinnen, die voor enkele jaren mensen gaan bijstaan.
Voor hen zijn de omstandigheden nu iets comfortabeler. Maar hun ideaal is even hoog en groots!
Wereldmissiedag. We gaan samen vieren, in dankbaarheid. Misschien ook met een traan
Maar eerst maken we het stil
En bidden om vergeving en ontferming
————————————————————————————————
Overweging
Eigenlijk had het evangelie van deze dag enkele regels eerder moeten beginnen, dan was de context iets duidelijker.
“Ze waren, Jezus en zijn leerlingen, onderweg naar Jeruzalem en Jezus liep voor hen uit”.
Er staat dat ze bang waren en ook de menigte was ongerust.
Jezus weet wat het betekent, waar zijn weg op uitloopt.
Soms voelen/ weten ook wij:ik heb een angstig gevoel, ik ben er niet gerust op, dit komt niet goed, maar ik kan er ook niet voor weglopen. Het dient zich aan. U kunt zich nu misschien onze situatie voorstellen.
Dan begint ons Evangeliegedeelte met de vraag van Jacobus en Johannes, die zich daarmee eigenlijk afscheiden van de andere 10, van hun collega’s. Ze willen dat Jezus iets voor hen doet.
Ze vragen om de plaatsen het dichts bij Hem, wanneer Hij in zijn glorie zal zijn opgenomen.
Plaatsen waarin van alles meeklinkt!
Aan Jezus’ rechterhand, maar die plaats, dat is eigenlijk vragen om de glorie en de macht die God heeft en waarvan zij deel willen uitmaken.
Want, zo zeggen we in de geloofsbelijdenis: het is Jezus die zit aan de rechterhand van de Vader.
Omdat Hij de getrouwe gebleven was, omdat Hij dé leerling bij uitstek was. Gods gezondene, die geleden heeft, gekruisigd en begraven is en die God heeft doen verrijzen!
Misschien worden daarom die 10 collega’s ook kwaad, die twee schuiven zichzelf naar voor en dat is bepaald géén solidariteit, dat is niet hoe een gemeenschap hoort te zijn en niet wat Jezus voorstaat. Wat Hijzelf leefde! Hij is juist als degene die dient.
WIE DE GROOTSTE WIL ZIJN MOET DIENAAR ZIJN VAN ALLEN.
Ze beseffen misschien niet de impact van hun vraag en ook niet van hun antwoorden.
Kunnen ze de beker drinken? Tot het laatst volharden? Zouden wij dat kunnen.
Het is geen beker van vreugde, het is de beker van lijden.. en maar al te veel mensen, persoonlijk, of mensen in oorlogen of rampen, weten wat het is de beker te drinken…van verdriet, gemis, onzekerheid.
Laat deze beker aan mij voorbijgaan, bidt Jezus in zijn doodsangst, in de hof van olijven.
Maar: Niet mijn wil, UW wil geschiede. Hij drinkt de beker van overgave, van macht ontdaan, van je toevertrouwen.. Dat is echte grootheid.
We kennen veel grote mensen bij naam: Oscar Romero, vorige zondag Heilig verklaard; pater Damiaan, die bij zijn lepramensen bleef en er zelf aan zou sterven.
En de vele religieuzen, zoals hier in dit boek uit Boekel: zij gingen naar Nieuw- Guinea, Borneo/ Pontianak, Afrika.
Vaak om nooit meer thuis te komen.
“Zo mensen nabij mogen zijn”, zei Thomas,” zó concreet, daar kan ik jaloers op zijn” Twee van zijn tante zusters werkten op Borneo.
Tot op vandaag mogen we hen dankbaar zijn, ook hen die zich nú laten zenden en bidden voor al het goede dat zij doen, met een enorm ideaal, uit hun comfort vandaan..
Wat is échte grootheid.
Niet alleen “zij daar”, maar ook “wij hier” kunnen onze krachten inzetten. En deze dagen merken wij hier maar al te goed hoe bijzonder dat is.
Anneke noemde vorige week de Egidiusgemeenschap in Apeldoorn.
In Harderwijk en Hierden kennen we de voedselbank, de vrijwilligersplatformen.
Thomas zou het nooit willen horen. Maar hoe vaak hebben we het niet gehad over de trouw aan het koorgebed, tot ongeveer de laatste dag, het officie, “Officium”, dat dienst betekent. En velen van u kennen zijn inzet voor landgoed én pastoraal, vriendelijk, mild. Een stukje erfenis. En dat is echte grootheid.
We kunnen ons erop bezinnen en het Evangelie en de profeet Jesaja tot ons laten spreken.
Voorop uw boekje staat een mooie afbeelding van Maria met haar Zoon.
Ja, het is ook Mariamaand.
Maar vooral, dachten wij in de voorbereiding, past het zo goed bij deze zondag, door haar geloof, haar Magnificat: de Heer heeft neergezien op de nederigheid van haar, die zich in geloof overgaf.
Oftewel:
U, God, weet wat goed voor ons, voor mij is, wat ons leven zinvol en gelukkig kan maken, wat ons héél dicht bij Jezus kan brengen.
En daar mogen wij om bidden en danken
Amen.
stierf plotseling op donderdag 18 oktober. Wij danken de Heer van alle leven voor wat hij voor ons en velen heeft betekend.] JV