Bidden

12 maart 2017

Ieder van u is vanochtend van huis vertrokken. De een met de fiets, de ander met de auto, sommigen wellicht lopend of met het openbaar vervoer. U hebt huis en haard verlaten om op weg te gaan. Wellicht om een moment te nemen in de week waarop u even pas op de plaats maakt, even tot rust komt, een moment van bezinning.
De veertigdagentijd is bij uitstek een moment van bezinning, van je opnieuw verbinden met waar het in het geloof om gaat, opnieuw op weg gaan. Maar ook van uitzien naar de toekomst, het paasfeest, de dood en verrijzenis van Jezus Christus. Vandaag krijgen we al een kleine vooruitblik: Jezus verandert van gedaante.

Afgelopen week hoorden we over Jezus, die door de duivel op de proef werd gesteld in de woestijn. Hij bleef standvastig. Vandaag maakt Jezus een heel andere beweging. Hij trekt de berg op, samen met 3 van zijn leerlingen. Het staat maar kort beschreven, maar het zal een hele tocht zijn geweest. Het is niet zomaar een glooiing in het landschap, maar een echte berg, en ze hadden toen nog geen auto’s.
Ook Abram, wat zoiets betekent als verheven vader, gaat vandaag op weg. Hij verlaat zijn stam, zijn land, zijn familie, puur en alleen omdat God hem oproept dit te doen. Het is nogal wat, alles achter je laten. Op weg gaan omdat iemand je een belofte doet, zonder te weten of hij of zij deze belofte wel nakomt. Dan moet je wel een groot vertrouwen hebben. Ook de leerlingen lieten alles achter zich om Jezus te volgen. Zij hoopten en vertrouwden op een betere toekomst. Zij gingen allemaal een verbintenis aan.
Deze verbintenis is niet eenzijdig. Dat zien we al bij Abram. God gaat een verbond aan en doet hem enkele beloften: Ik zal een groot volk van u maken, ik zal u zegenen, uw naam groot maken, door u zal zegen komen over alle geslachten der aarde. Kort gezegd: vertrouw op mij en het komt goed. Later zal God deze belofte, dit verbond, nog versterken: Ik maak u tot vader van een menigte volken. Abram wordt Abraham (Genesis 17: 4-6).
Jezus krijgt, net als Abram een soort van zegen. Er komt een stem uit de hemel en Hij wordt overschaduwd door een lichtende wolk. Schaduw en licht. De schaduw versterkt het licht. Vanuit de woestijn met de beproevingen, de schaduwzijde, naar de berg met de versterking van de verbintenis, het licht. Jezus wordt aangewezen als leraar en geliefde zoon. ‘Luistert naar Hem’ en ‘Dit is mijn Zoon, de Welbeminde’. Door de stem van God wordt datgene, waar Jezus zich tot dan toe voor heeft ingezet, bevestigd. De verbintenis wordt, net als bij Abram, versterkt. [Zoals Abram vertrouwen heeft in God, heeft God vertrouwen in Jezus.] En zoals Abram later van naam verandert, verandert Jezus van gedaante.
Het is dus een beweging, een verbintenis, van beide kanten. En door Abram, later Abraham – de vader van velen – en door Jezus, die ons heeft voorgeleefd, zijn ook wij verbonden met God. God vraagt van ons Hem in vertrouwen te volgen, een verbintenis aan te gaan, zijn welbeminde kinderen te worden, zijn en blijven. Omgekeerd verbindt Hij zich met ons, zegent ons en ons nageslacht.
Het is een uitdaging: durven wij volledig op God te vertrouwen, een verbintenis met Hem aan te gaan? Durven wij op weg te gaan, als dat kan betekenen dat je je land, stam, en familie moet achterlaten? Als je je comfort-zone moet verlaten en wordt uitgedaagd om iets nieuws te proberen? En dan niet alleen voor een vakantie of iets dergelijks…
En hoe doen wij dit dan? Kunnen wij dit in deze tijd nog?
Er wordt veel van ons gevraagd in deze maatschappij. We ‘moeten’ heel veel. We moeten meedoen, participeren. Zelfstandig zijn. Zelf beslissingen nemen in het oerwoud van keuzen. Connecten met iedereen via sociale media. De nieuwste gadgets worden ons aangeboden, om maar alles bij te kunnen houden, zoals een smartwatch (ja ook ik ben er schuldig aan), die gekoppeld kan worden aan je telefoon, zodat je, ook als je deze niet bij je hebt, vooral geen berichten mist (maakt u zich geen zorgen, de mijne staat uit). We worden overschreeuwd.
Hoe kunnen mensen nog tijd vinden voor rust en vrede, hoe kunnen ze nog vertrouwen hebben, een echte verbintenis maken?

Er zijn tegenwoordig veel mensen onderweg, vertrokken vanuit hun land, hun huis, hun familie. Niet omdat ze geroepen zijn, of omdat ze op vakantie gaan, of naar een afspraak. Nee, ze zijn onderweg omdat ze op de vlucht zijn. Ze moeten huis en haard verlaten, uit angst voor oorlog en geweld, verkrachtingen, onderdrukking. In hoeverre durven zij nog te vertrouwen op een betere toekomst? Zij hebben geen keuze, het is vertrekken of… Kunnen zíj nog een verbintenis aangaan? En zo ja, kunnen zij verbinding krijgen, staan wij open voor een verbintenis met hen?

Levinas had het over het gelaat van de Ander, dat een appèl op ons doet. En onlangs kwam ik op facebook een opmerking tegen: we moeten vluchtelingen niet opvangen, maar ontvangen. Misschien ligt daar een uitdaging voor ons. Misschien moeten we weer eens echt contact maken met de Ander. Ons niet laten weerhouden door angst, onzekerheid en wantrouwen, maar mensen ontvangen, een verbintenis aangaan.
Dit kan best moeilijk zijn. Ik heb zelf de stap nog niet kunnen zetten, ondanks het feit dat er in Apeldoorn, in mijn eigen parochie, een groep is die juist dit doet. Ik heb grote bewondering voor deze mensen.
Natuurlijk gaat het niet alleen om verbinding met vluchtelingen, met mensen van veraf. Ook dichtbij zijn mensen die een appèl op ons doen. De eenzame, de arme, de zorgbehoevende…
Ik denk dat het in deze veertigdagentijd, deze tijd van bezinning, een goede uitdaging is om hier eens bij stil te staan. Om weer verbinding te maken met waar het in ons geloof over gaat. Om het vertrouwen terug te krijgen dat het allemaal goed komt, ook al ziet het er somber uit. Maar ook om op weg te gaan en zélf verbinding te maken, zélf in actie te komen. Verbinding maken met mensen die onze hulp nodig hebben. In actie komen voor onze aarde. Misschien door klein te beginnen. Maar vooral je niet laten ontmoedigen maar vertrouwen hebben.

Vaak zie je dat mensen die écht contact maken met elkaar, of écht luisteren naar hun roeping, veranderen. Ze worden opener, socialer. Sommigen in één keer, anderen geleidelijk. Als wij weer verbinding maken met elkaar en met God, veranderen ook wij misschien van gedaante.