Bidden

1 november 2015

1 november Allerheiligen – overweging.

Lezingen: Openbaring 7,2-4 en 9-14
1 Joh. 3,1-3
Mt. 5,1-12a
Zalig of goed af is de mens, die op een bepaalde manier leeft of op een bepaalde manier handelt,
want die gaat het goed. Die is gezegend en gelukkig. Dit is een stijlfiguur die vaak wordt gebruikt in de H. Schriften, maar ook in het dagelijkse leven. Er wordt iets over de situatie of het handelen van de mens gezegd en die mens wordt daarom geprezen. Want die valt bij God of bij de mensen in de smaak.
Het omgekeerde wordt ook gebruikt. Wee of slecht af, ongelukkig of vervloekt is hij die op een zondige manier leeft, die ongerechtigheid doet, want dan die leeft niet lang of die valt hij uit de gunst bij God of bij medemensen. ‘Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, blinde leiders, die de mug uitzift en de kameel doorslikt, want uw huis zal onbewoond achtergelaten worden.’
Een zaligspreking is een markante manier van spreken. Bijna spreekwoordelijk

In de religieuze taal van de H.Schrift worden vele zaligsprekingen gebruikt.
Psalm. 1 Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen; hij zal zijn als een boom aan het water geplant.
In Lucas .1,45 zegt Elisabeth tot Maria: ”Zalig zij die geloofd heeft dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is.
Openbaring 1,3 Zalig de voorlezer en zalig de hoorders van deze profetie, als gij in acht neemt wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.

Ook in de taal van het dagelijkse leven komen we zaligsprekingen tegen.
Goed af ben je, als je veel geld hebt. Dan kun je alles kopen.
Goed af ben je als je een goede baan hebt, dan kun je een goed pensioen opbouwen.
Goed af bent je wanneer je zo gezond bent, dan kun je je zelf nog redden.
Ook de reclame gebruikt deze stijlfiguur:
Zalig wie bij Albert Heijn koopt, want die let op de kleintjes.
Zalig wie deze deodorant gebruikt, want die krijgt meteen verkering.
Zalig wie in de Volkswagen rijdt, want die draag bij aan een groene wereld. (dachten we).

Het grote verschil tussen de zaligsprekingen in de religieuze en de wereldse taal is: de wereldse zaligsprekingen zijn geseculariseerde zaligsprekingen. Zij beperken zich tot het hier en nu. Zij spreken over voorbijgaande waarden. Wie wordt hier zalig geprezen? Iemand die goed in de slappe was zit. Die een sterke gezondheid heeft. Die goed uit zijn woorden kan komen, een vlotte babbel heeft. Gezondheid, pensionering, koopkracht zijn ontegenzeglijk belangrijke waarden voor elke mens. Als je die niet hebt, ga je die elders zoeken zoals de vele vluchtelingen. Maar het zijn wel eindige waarden. Gezondheid is kwetsbaar, pensioenen zijn niet waardevast. En de koopkracht daalt als de prijzen stijgen, als het geld devalueert. Daarom moeten we deze waarden niet als alleen-zaligmakend beschouwen als waren het de laatste, de definitieve. Dan kom je bedrogen uit.

De evangelische zaligsprekingen graven veel dieper, tot op de bodem. Denken alles tot het einde door. De wereld is uiteindelijk gefundeerd in God. De evangelische zaligsprekingen gaan daarom over goddelijke waarden, die blijvend zijn: bezit van het Rijk der hemelen. Vrede. Kinderen van God genoemd worden en dat ook zijn. God zien. Dat zijn waarden, die blijven over de dood heen. Daarom zijn de bezitters daarvan goed af.

Er zijn vele gelovige mensen die in deze blijvende waarden vast geloofd hebben. En die ze in hun leven beleefd hebben. Gewone mensen in de eigen familie, vaders en moeders; leden van de priorij en de abdij, mensen in de kennissenkring. In de kerk, buiten de kerk. Eerlijke, trouwe en betrouwbare mensen. Ze timmerden vaak niet aan de openbare snelweg, maar aan een steegje of aan een zandweg waar eens dat bekende karretje reed. Zij beleefden in hun gewone dagelijkse bestaan onopgemerkt misschien deze goddelijke waarden. Aan deze mensen denken wij nu,. Vandaag op Allerheiligen. Dat zijn er velen!
De eerste lezing spreekt over een grote menigte, die niemand tellen kan, over duizend-tallen
Uit alle rassen, stammen, volken en talen. Ze zijn niet officieel heilig verklaard. Dat hoeft ook niet, om heilig te zijn. Een heiligverklaring maakt niet heilig. Een heiligverklaring Is een verklaring achteraf. Een veiligstelling dat iemand heilig is. Aan heilig verklaringen hangt a.h.w. wel een label van zekerheid.
Het gedrag van een heilig verklaarde is nauwkeurig onderzocht. Door voor- en tegenstanders. De kerk is er van overtuigd dat deze mens in de hemel is.
Bij de heiligen van Allerheiligen hebben wij deze zekerheid niet. Wie kent een medemens volledig?
Wij kennen ons zelf niet helemaal. We overzien niet alles. God wel. Aan Hem laten we het over.

Daarom hoort bij Allerheiligen Allerzielen, dat wij morgen vieren. Deze twee dagen pakken al onze overledenen samen. We gedenken hen met respect, we bidden voor hen met liefde..

In elk geval kunnen wij met zekerheid zeggen: “Zalig zij die goed geleefd hebben, God zal zich vast en zeker zich over hen ontfermen”.

Theo van de Vossenberg