Bidden

23 augustus 2015

Overweging 23 Augustus 2015

Lezingen: Jozua 24,1-2a; 5-17;18b
Efeziërs 5,21-32
Joh.6,60-69

‘Onderscheid en kies’ is de titel van de liturgie van vandaag. Onderscheiden en kiezen, deze twee woorden brengen mij direct in een wijsgerige sfeer, in een wijsgerige discussie. Onderscheiden is iets van het verstand, kiezen is iets van de wil. Maar kunnen wij wel kiezen? Hebben wij een vrije wil?
Hoe vrij zijn wij?
De filosoof Schopenhauer bijv. zegt: “Wij, mensen, hebben geen vrije wil. Het lijkt maar zo. Ons leven is helemaal bepaald. Noodzakelijk is alles wat wij doen. Een mens wordt altijd door oorzaken gedwongen om te handelen zoals hij handelt. Door lichamelijke behoeften: honger en dorst, sexuele driften, behoefte aan slaap en rust. Maar ook door dwang-gedachten en dwang-gevoelens.”.

Schopenhauer rekent onder deze dwingende oorzaken ook onze motieven en beweegredenen. De redenen die ons dus bewegen tot een bepaalde handeling. Hier gaat hij volgens mij in de fout.
Beweegredenen, motieven dwingen volgens mij niet tot een keuze. Ze hebben wel invloed op je keuze. Ze bewegen je tot bepaalde keuze. Meer of minder.

Deze motieven worden geleverd door ons karakter, door onze aard. Door onze liefde. Door de omgeving, door de tijdgeest. Door onze opleiding en door het vak dat wij uitoefenen. Door onze visie op mens en wereld. Door eerdere keuzes die wij consequent waar willen maken. Dat zijn allemaal redenen die ons bewegen tot kiezen.

Eens, tijdens een huwlijksvoorbereiding zei de toekomstige bruidegom: “Ik kan niet meer zonder haar. Ik moet wel met haar trouwen.” Toen vroeg ik: “Ben je dan nog wel vrij in je keuze? Kun je dan nog wel vrij tegen haar zeggen: ja. ik wil! Je huwelijk is alleen maar geldig als je keuze vrij is. Bij een vrije keuze dus.”

Beweegredenen bewegen in een bepaalde richting, maar zijn over het algemeen niet dwingend.
Daarom kan ik alles eens rustig op een rij zetten, onderscheid maken tussen de verschillende mogelijkheden en bewust een keuze maken.

Omdat en in zoverre deze keuzes vrij zijn, zijn we daar ook zelf verantwoordelijk voor. We kunnen moeilijk zeggen: Mijn hand haalde die spullen in de Supermarkt weg. Mijn voet drukte te hard op het gaspedaal. Neen, in al deze gevallen is het de mens die het doet. Hij brengt iets in beweging; Hij is auteur. Met keuzevrijheid hangt verantwoordelijkheid samen. Onherroepelijk.

Hoe denkt Jezus Christus daarover.
Dat is voor gelovige mensen belangrijk. Zijn mening wordt heel duidelijk uit de lezingen van vandaag.

Jezus Christus als theoloog en filosoof speekt als profeet in Naam van God. Dat is voor ons belangrijk.
“Ik spreek niet uit mij zelf.” zegt Hij. “Ik geef door, wat ik gehoord hebt, zoals elke profeet.”
Hij is het Woord Gods, Hij is de Openbaring van Gods visie. Ook op het gebied van de vrije wil…

In het evangelie van Johannes 6 zegt Jezus: “Ik ben het brood des levens. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.” Leerlingen, dus mensen die in de leer zijn bij Jezus, horen Hem dit zeggen. Ze knipperen met hun ogen en zeggen dan: “Dit zijn harde en onmogelijke woorden, wie kan daar nu naar luisteren. Hoe kan iemand zichzelf als brood geven, dat je leven voedt, zelfs over de dood heen. Dat is onmogelijk.” Daaom de kritiek van die leerlingen.

Jezus hoort dat. Toch neemt Hij niets van zijn woorden terug. Hij zegt niet: “Dat heb Ik zo niet bedoeld.” Hij gaat het niet verzachten. Hij houdt vast aan zijn leer. Hij gaat het zelfs herhalen
Hij zegt er dan wel bij: “Dit is niet te begrijpen; daar heb je geloof voor nodig.”

En dit geloven is ook een vrije keuze. Geloven op grond van allerlei woorden en verhalen. Op grond van tekenen, in de schepping, in de historie. Op grond van ervaringen in je persoonlijk leven.
Allemaal beweegredenen om te geloven. “De woorden die Ik tot u gesproken heb zijn geest en leven.’

Jezus weet, – staat er dan – dat er onder zijn leerlingen zijn die geen geloof hebben. Ten gevolge hiervan trekken velen van zijn leerlingen zich terug en verlaten zijn gezelschap.
Opmerkelijk: Jezus dwingt niet, om in Hem te volgen, om in Hem te geloven. Hij laat iedereen vrij Je moet er voor kiezen. Je moet er in geloven. Het gaat hem natuurlijk wel ter harte. Hij vindt het pijnlijk, dat mensen weggaan. Maar Hij houdt ze niet tegen.
Jezus vraagt zelfs aan de twaalf: “Wilt ook gij soms weggaan? Je mag mij volgen. Maar je moet niet; Ik dwing niemand.” Petrus zegt dan: “Naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven..”

Ook het ogenblik, in onze tijd, verlaten velen de kerkgemeenschap. Om velerlei motieven.
Om de ethische houding van hedendaagse leiders. Maar ook uit gebrek aan geloof, denk ik. .
De ontwikkelingen in de diverse wetenschappen zijn onvoorstelbaar. De mens kan steeds meer in de techniek, in de menskunde, in de geneeskunde. De kracht van de menselijke rede blijkt heel groot te zijn. Mensen gaan daarom denken: “Nog even en we hebben alles door en we hebben alles in eigen hand. Dan kunnen we alles. Dan kunnen we zelf alles besturen.”

Dit is de geest van de verlichting die de menselijke rede als onbeperkt beschouwd. Verlichte mensen zeggen: “De woorden van Jezus zijn middeleeuws. Wie kan daar nog in geloven. We hebben geen geloof meer nodig. Wij kunnen op de duur alles zelf wel. In de kracht van de rede. We hebben geen God meer nodig om alles te verklaren. God is dood.” Dat is de geest van de verlichting, de verheerlijking van de rede

Daarom klinkt de vraag van Jezus in onze tijd aan ons: “Wilt ook gij soms weggaan?

In de eerste lezing wordt eenzelfde vraag gesteld: Jozua: “Als gij de Heer niet wilt dienen, kiest dan nu wie gij wel dienen wilt.” Het volk antwoord dan: “Wij denken er niet aan de Heer te verlaten.
Wij willen de Heer dienen. Hij is onze God.”

In het evangelie antwoordt Petrus op de vraag van Jezus: “U hebt woorden van eeuwig leven. Wij weten dat Gij de Heilige Gods zijt.” Het is een gelovig antwoord.

Jezus Christus vraagt nu aan ons: “Wilt ook gij soms weggaan?”
Ons antwoord op de vraag van Jezus is de geloofsbelijdenis, dat we nu gaan bidden.