Kerstmis 2018

Elke mens is een nieuw begin in onze wereld. Een wonder. Dat zegt de filosofe Hannah Arendt.

Elke mens wordt geboren als iets nieuws en om iets nieuws te beginnen, om iets nieuws te zijn.

Zij haalt daar Augustinus aan: “Initium ut esset, homo creatus est. Opdat er een begin zij, werd de mens geschapen.”

Elke nieuwe mens een nieuw begin in de wereld. Met een eigen karaker. Een eigen aard. Een eigen taak. Dus ook wij. Iets nieuws in het gezin,  in de familie. In de gemeente. Maar ook in de wereld.

Je weet niet wat dit nieuwe zal zijn; je weet niet wat een nieuwe mens voor talenten heeft, die hij zal ontwikkelen en daarom als volwassene iets nieuws in de wereld zal zijn, dat er nog niet geweest is… Je moet je zelf ontdekkken. Elk kind is iets nieuws zijn in de hele wereld, dat er nog nooit is geweest. Aldus de filosofe Hanna Arendt. Over het algemeen zijn de ouders trots op hun kinderen.

En we hopen dat ze dat, als ze volwassen worden, ook kunnen blijven.

Ook het kind van Maria in de kribbe is nieuw, meer en ander nieuw dan alle andere kinderen. “Je moet Hem Jezus noemen,” werd al direct aan Maria opgedragen. We weten niet, wat voor gevoelens Maria toen had. Ze deed wat God haar opdroeg. Dit kind krijgt een bijzondere, exclusieve naam. Van God zelf. Maria hoeft dus niet te dubben en met Jozef te overleggen.

De naam Jezus geeft de taak aan, die Hij in de wereld zal vervullen, waar alle mensen baat bij zullen hebben. Jezus betekent ‘God zal ons redden’. En die ‘ons’ dat zijn ‘wij’. God zal iets in ons en met ons doen door Hem. 

Hoe moeten we dat redden verstaan?  Jezus zal in en door zijn leven voor ons bemiddelen in onze verhouding met God. Hij zal die herstellen, weer goed maken. Hij zal Gods ontferming voor ons verdienen en ons nieuw leven schenken.  Deel geven aan het Goddelijk leven.  ‘In naam van God ons redden.‘ Jezus kan dat. Hij staat tussen God en ons in; Hij deelt in beide levens. Ons doen delen in Gods eigen leven. Hij is gekomen voor iedereen. Voor herders en koningen. Dat wordt bij zijn geboorte al getoond. Herders komen op bezoek, de gewone mensen, als eerste, maar ook koningen, de buitengewone, zijn welkom.

Dat is een belangrijk symbool. Iedereen is even welkom. Om Hem te ontmoeten. En in Hem te geloven. Hier is meer dan een gewoon mens. Een gewoon mens is ook al buitengewoon, want elke mens is beeld van God. Maar Jezus neemt meer of anders deel aan God. Meer dat wij. Hij staat in een andere, nauwere relatie met God. Dat geloven wij. Daarom zeggen wij in de geloofsbelijdenis, staande: “Ik geloof in Jezus Christus, zijn enige Zoon, ons Heer, die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria.”

In de filosofie willen we alles begrijpen, uitleggen in begrippen, definiëren en uitleggen.. Of aanvoelen. In het geloof is dat niet zo. Geloven is hier aannemen op Gods gezag, dat dit kind meer is dan elk ander kind, in een andere relatie met God staat. Dat God de groei van dit kind in eigen hand heeft en houdt. Dat de Heilige Geest het overschaduwt, zodat Hij vol wordt van de Heilige Geest, gevuld. Dit geloof dat God in en door Jezus Christus onder ons aanwezig is en werkt, belijden wij.

Een speciale manier van beamen. Dat gaan we nu doen, ons geloof belijden.