22ste zondag door het jaar
1 september 2019
Inleiding
Van harte welkom in onze kapel op deze eerste zondag van september.
Op de voorkant van het boekje ‘De zondag vieren’ staat als thema van deze viering: ‘Doe maar gewoon.’ Ik weet niet precies waarom, maar ik krijg eigenlijk een beetje jeuk van dit thema. Het doet voor mij in eerste instantie een beetje tuttig, stijf aan. Als je ergens diep door bent geraakt en je wilt dit dol enthousiast met iemand delen en die ander zegt dan: “Doe maar gewoon” dan is dat een domper, een dooddoener, een rem op de dialoog.
Ik geloof niet dat dit de bedoeling is geweest van de medewerkers van de Werkgroep voor Liturgie toen zij, na het lezen van de teksten van deze zondag, die in het teken van hoogmoed en nederigheid staan, na een brainstorm tot dit thema kwamen.
Bij het bepalen van het thema voor deze viering heeft nog een aspect meegespeeld. Ook dit kunt u lezen op de voorkant van uw boekje. Het is vandaag 1 september, de wereld gebedsdag voor de zorg voor de Schepping. Bij de publicatie van de encycliek ‘Laudato si’ in juni 2015, kondigde paus Franciscus een jaarlijks te houden gebedsdag voor de schepping aan. De paus sloot hiermee aan bij een al langer bestaande traditie in de Orthodoxe kerken.
In deze viering zullen we stil staan Bij ‘gewoon doen’ in relatie tot hoogmoed en nederigheid. Waarbij wordt onderzocht of en hoe dit te koppelen is aan zorg voor de schepping.
Overweging
Vorige week was ik op YouTube op zoek naar een filmpje over de rol van de Britse Koningin in het op een zijspoor zetten van het parlement. Aan de rechterzijkant verschijnen dan allerlei aanbeveling van filmpjes die voor jou ook interessant kunnen zijn. Eén filmpje betrof een documentaire over Koningin Juliana met de titel: ‘Juliana gewoon bijzonder.’ Ik werd denk ik extra door deze titel geraakt vanwege het thema van deze viering. Al mijmerend over deze titel, moest ik ook denken aan een interview met koningin Beatrix waarin ze vertelde dat ze op een schaarse vrije avond zin had om gewoon naar de bioscoop te gaan. Toen ze onaangekondigd in haar gewone kloffie de hal van de bioscoop binnenkwam stond iedereen op en begon te applaudisseren. Koningin Beatrix vertelde dat ze zich op dat moment enorm opgelaten voelde. Ik denk dat ze het liefst in het donker de bioscoopzaal was ingegaan om ergens op de achterste rij plaats te nemen. Misschien is het wel heel bijzonder om als koningin gewoon te kunnen zijn.
Dat mensen graag achterin plaatsnemen, geldt niet alleen voor een koningin. U herkent vast het beeld van mensen die binnen komen in een ruimte om er een plekje te zoeken, bijvoorbeeld in een klaslokaal of in een kerk of kapel. Zeker als ze er voor de eerste keer binnenkomen, bewegen ze zich vaak wat onwennig in de ruimte, om uiteindelijk onopvallend ergens achterin plaats te nemen. De voorste rij wordt zeker niet als eerste gevuld. Dit beeld doet me denken aan het Evangelie van vandaag.
In de gelijkenis in de Evangelielezing vertelt Jezus:
“Wanneer gij door iemand op een bruiloft wordt genodigd, ga dan niet aanliggen op de voornaamste plaats. Het zou kunnen zijn dat er door uw gastheer iemand is uitgenodigd die voornamer is dan gij, en dat degene die u en hem heeft uitgenodigd
komt zeggen: sta uw plaats aan hem af…”
Wat mij in deze passage opvalt, is dat Jezus hier niet ontkent dat er tussen mensen verschillen bestaan. De ene mens is de andere niet. Er zijn belangrijke mensen en mensen die nog belangrijker zijn en er zijn ook mensen die zich belangrijk voelen.
Mensen zijn niet gelijk. In de grote diversiteit aan mensen is er wel sprake van gelijkwaardigheid. Juist die diversiteit is wat de wereld zo bijzonder en boeiend maakt.
Vanuit het thema van deze viering kan de vraag gesteld worden wie dan gewoon is en wat gewoon doen dan is.
Ooit moest ik in het kader van een themaweek rond culturele diversiteit een workshop geven over religieuze diversiteit. Als titel voor deze workshop koos ik: ‘Het verschil als uitdaging.’ Door de ander te zien als anders dan jij bent doe je pas echt recht aan die ander.
Ik denk dat daar de grootste uitdaging ligt in het met elkaar samenleven. De ander is anders
dat is een gegeven, dat is normaal, en zou eigenlijk heel gewoon moeten zijn. Maar juist dit anders-zijn wordt vaak als bedreigend ervaren. Dit geldt denk ik in elke relatie. Je moet je altijd tot een ander verhouden waarbij je er gewoon van uit zou moeten gaan dat elke ander een menswaardig medemens is. De ander is niet te reduceren tot een object die je voor je eigen karretje kunt spannen en kunt gebruiken voor je eigen gewin.
Als er in een bestaande groep een nieuweling bijkomt, is dat altijd wennen. Want die ander neemt zijn vertrouwde gewoontes mee. En die ander komt in een situatie met gebruiken die als gewoon worden ervaren. Wat in de bestaande groep al tijden vanzelfsprekend was
– gewoon omdat het altijd zo ging – kan door die ander ineens gaan veranderen. Bij de komst van een nieuweling ontstaat steeds weer een spannende zoektocht naar wat het nieuwe gewoon gaat worden. Dit vraagt inspanning van zowel de nieuwkomer als ook van de al bestaande groep. Ik denk dat dit fenomeen opgaat voor alle soorten groepen. Of het nu gaat om twee mensen die elkaar ontmoeten en met elkaar verder willen, om nieuwkomers in vriendengroepen, in klassen, in kloostergemeenschappen of in een land; het is steeds weer een uitdaging.
In de parabel in het evangelie van vandaag geeft Jezus mogelijk een aantal tips: Het is van belang dat je erkent dat je anders bent, maar dit is geen aanleiding om je beter te voelen dan een ander. Want juist het anders zijn is waarin we op elkaar lijken. Heb geduld met elkaar en geef elkaar de ruimte. Want dat is denk ik de tweede tip. Het is van belang dat we een plaatsje krijgen, dat we elkaar een plaatsje geven en gunnen. Dat we ruimte maken voor de ander om er te kunnen zijn zoals hij is. Want pas als je een plaatsje krijgt en je ook echt veilig voelt, kun je die plek ook delen. Pas dan wordt het leven een feestje. Dan kan iedereen zich thuis en gekend voelen. Niemand hoeft zich dan te schamen om hoe en wie hij is. Dan hoef je jezelf niet te overschreeuwen om je onzekerheid te camoufleren en te proberen de ander af te troeven door je quasi superieur op te stellen. Dan hoef je je ook niet onnodig klein te maken omdat je bang bent jezelf te zijn. Dan hoef je je niet te verstoppen op een plaatsje ergens achterin. Als je je erkend voelt in je anders zijn, en je veilig voelt, is er ruimte om in een open dialoog met elkaar om te gaan. Dan is er voor iedereen een eigen plekje om aan te liggen aan het feestmaal van het leven.
Door op deze manier met elkaar om te gaan, en zorg te dragen voor elkaar in het bewustzijn dat we allemaal geschapen zijn als mens, als beeld van God, doen we recht aan de oproep van paus Franciscus om zorg te dragen voor de schepping. Door op deze manier zorgvuldig met elkaar te leven, kunnen we bouwen aan een wereld die gewoon bijzonder is.
Rob Tanke o.praem